Beleidsindicatoren Primair en Voortgezet Onderwijs

Vanaf de begroting van OCW voor 2024 geven aangescherpte beleidsindicatoren (niet-financiële informatie) inzicht in de voortgang op de beleidsprioriteiten van het ministerie van OCW, op basis van het Regeerakkoord. De hoofddoelen uit de Beleidsagenda corresponderen met die van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA).

Op deze pagina vindt u de beleidsindicatoren voor het primair- en voorgezet onderwijs ingedeeld naar subdoelen.  

Hoofddoel 1: Een sterke basis en hoge kwaliteit

Subdoel: Taal en rekenen

De basis in het primair en voortgezet onderwijs, in het mbo en hoger onderwijs verder op orde brengen en sterk investeren in de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek. Met als resultaat dat over de gehele linie de prestaties omhoog gaan en iedere leerling en student datgene leert wat hij of zij nodig heeft om zich staande te houden in de maatschappij, het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt. 

Hoofddoel 2: Iedereen Gelijke Kansen

Subdoel: Gelijke kansen op ontwikkelen potentieel

De ambitie van dit kabinet is om de kansengelijkheid te vergroten, zodat iedereen in Nederland een goed bestaan heeft en onbenut potentieel kan worden benut, ongeacht je achtergrond. Iedere leerling en student moet kansen krijgen om zich optimaal te ontwikkelen zodat ze mee kunnen (blijven) doen in de maatschappij en een stevige positie innemen op de arbeidsmarkt.

Subdoel: Passend Onderwijs

Hoofddoel 3: Lerarenstrategie

Het terugdringen van de grote tekorten aan leraren en schoolleiders zodat er voldoende goede leraren en schoolleiders zijn. Leraren zijn bepalend, ze maken in de klas het verschil voor kinderen.

Subdoel: Verminderen van de personeelstekorten op de arbeidsmarkt

Om te kunnen zorgen voor goed en voldoende onderwijspersoneel is één van de doelen het verminderen van de personeelstekorten in het onderwijs. De indicatoren die horen bij de maatregel ‘verminderen personeelstekorten in het onderwijs’ zijn onder andere: de gemiddelde deeltijdfactor van leraren, het aantal personen (en fte’s) dat werkt in het onderwijs, de grootte van het tekort. Deze indicatoren geven de basisinformatie over de onderwijsarbeidsmarkt.

Subdoel: Verbeteren van de aantrekkelijkheid van beroepen

Om te kunnen zorgen voor voldoende en goed onderwijspersoneel is het belangrijk dat de beroepen in het onderwijs voldoende aantrekkelijk zijn. Hoe aantrekkelijker een beroep, hoe groter de verwachte instroom in een beroep. Verschillende onderdelen spelen een rol bij de aantrekkelijkheid van beroepen: denk aan de beloning, werk-privé balans, werkomstandigheden en werkzekerheid. De indicatoren die horen bij de maatregel ‘vergroten van de aantrekkelijkheid van beroepen’ geven een indicatie van hoe het staat met deze aantrekkelijkheid van beroepen in het onderwijs.

Subdoel: Versterken van de kwaliteit van de lerarenopleiding

Om te kunnen zorgen voor voldoende en goed onderwijspersoneel is het belangrijk dat de lerarenopleidingen van goede kwaliteit zijn. Onderdelen als de instroom, uitstroom in de lerarenopleidingen en de tevredenheid over de lerarenopleidingen geven informatie over de kwaliteit van de lerarenopleidingen.

Hoofddoel 5: Sociale veiligheid en gelijke behandeling

Subdoel: Vrij & Veilig

Het is belangrijk dat iedereen zich optimaal kan ontwikkelen. Dat kan alleen wanneer scholen, onderwijsinstellingen, culturele instellingen, media instellingen en onderzoeksinstellingen veilig, toegankelijk en inclusief zijn. Waar gelijkwaardigheid de norm is en aandacht is voor het welzijn van iedereen in de organisatie. Inzet op het waarborgen van de sociale veiligheid en gelijke behandeling op iedere instelling en het uitbannen van pesten, racisme, discriminatie en ander grensoverschrijdend gedrag.