Beleidsindicatoren Primair en Voortgezet onderwijs
Het ministerie van OCW geeft in haar begroting en verantwoording inzicht in de voortgang van de beleidsprioriteiten met beleidsindicatoren. De indeling hiervan correspondeert met de thematische indeling van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA).
Op deze pagina vindt u beleidsindicatoren voor het primair- en voorgezet onderwijs.
Subdoel: Taal en rekenen
De basis in het primair en voortgezet onderwijs, in het mbo en hoger onderwijs verder op orde brengen en sterk investeren in de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek. Met als resultaat dat over de gehele linie de prestaties omhoog gaan en iedere leerling en student datgene leert wat hij of zij nodig heeft om zich staande te houden in de maatschappij, het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt.
- Behaalde referentieniveaus Lezen, Taalverzorging en Rekenen eind PO
- Behaalde referentieniveaus rekenen-wiskunde en Nederlands leesvaardigheid eind leerjaar 2 VO
Subdoel: Gelijke kansen op ontwikkelen potentieel
De ambitie van dit kabinet is om de kansengelijkheid te vergroten, zodat iedereen in Nederland een goed bestaan heeft en onbenut potentieel kan worden benut, ongeacht je achtergrond. Iedere leerling en student moet kansen krijgen om zich optimaal te ontwikkelen zodat ze mee kunnen (blijven) doen in de maatschappij en een stevige positie innemen op de arbeidsmarkt.
- De verschillen in positie leerjaar drie vo tussen groepen leerlingen
- De verschillen in behaalde opleiding tussen groepen leerlingen
- Thuiszittende kinderen
- De verschillen in positie leerjaar drie vo ten opzichte van het schooladvies (op- en afstroom) tussen groepen leerlingen
Deze indicator is in ontwikkeling, volgt - De verschillen in behaald diploma op basis van behaald vo diploma (vmbo, havo, vwo) tussen groepen leerlingen
Subdoel: Passend Onderwijs
Subdoel: Verminderen van de personeelstekorten op de arbeidsmarkt
Om te kunnen zorgen voor goed en voldoende onderwijspersoneel is één van de doelen het verminderen van de personeelstekorten in het onderwijs. De indicatoren die horen bij de maatregel ‘verminderen personeelstekorten in het onderwijs’ zijn onder andere: de gemiddelde deeltijdfactor van leraren, het aantal personen (en fte’s) dat werkt in het onderwijs, de grootte van het tekort. Deze indicatoren geven de basisinformatie over de onderwijsarbeidsmarkt.
- Omvang tekorten leraren en schoolleiders in het po en vo
- Het aantal personen dat werkzaam is in het po, vo en mbo
Personeelssterkte po Personeelssterkte vo Personeelssterkte mbo - Het aandeel voltijdseenheden (fte's) in het po, vo en mbo
- Gemiddeld aantal dagen dat leraren werken in het po, vo en mbo (respect. minder dan 2, 2-3, 3, 4 dagen)
- Gemiddelde aanstellingsomvang leraren in het po, vo en mbo
- Instroom in de lerarenopleidingen
- Opleiding en professionalisering via een subsidie
- Het aantal operationele regio’s en het percentage scholen of schoolbesturen dat uitmaakt van de Regionale Aanpak (de onderwijsregio’s)
Subdoel: Verbeteren van de aantrekkelijkheid van beroepen
Om te kunnen zorgen voor voldoende en goed onderwijspersoneel is het belangrijk dat de beroepen in het onderwijs voldoende aantrekkelijk zijn. Hoe aantrekkelijker een beroep, hoe groter de verwachte instroom in een beroep. Verschillende onderdelen spelen een rol bij de aantrekkelijkheid van beroepen: denk aan de beloning, werk-privé balans, werkomstandigheden en werkzekerheid. De indicatoren die horen bij de maatregel ‘vergroten van de aantrekkelijkheid van beroepen’ geven een indicatie van hoe het staat met deze aantrekkelijkheid van beroepen in het onderwijs.
- Niveau van de gemiddelde beloning van leraren per maand
- Aandeel vaste contracten in het po,vo en mbo
- Aandeel vaste contracten (inclusief tijdelijk met uitzicht op vast) en tijdelijke contracten onder startende leraren in het po, vo en mbo
- De mate waarin onderwijspersoneel werkdruk ervaart in het po, vo en mbo
Subdoel: Versterken van de kwaliteit van de lerarenopleiding
Om te kunnen zorgen voor voldoende en goed onderwijspersoneel is het belangrijk dat de lerarenopleidingen van goede kwaliteit zijn. Onderdelen als de instroom, uitstroom in de lerarenopleidingen en de tevredenheid over de lerarenopleidingen geven informatie over de kwaliteit van de lerarenopleidingen.
- Het percentage studenten dat wordt opgeleid via Samen Opleiden en Professionaliseren
- Tevredenheid onder pas afgestudeerden over de opleiding
- Doorstroom, uitval en switch in de lerarenopleiding
Deze indicator is in ontwikkeling, volgt - Uitstroom in de lerarenopleiding (Pabo, eerstegraads en tweedegraads bevoegdheid)
Subdoel: Vrij & Veilig
Het is belangrijk dat iedereen zich optimaal kan ontwikkelen. Dat kan alleen wanneer scholen, onderwijsinstellingen, culturele instellingen, media instellingen en onderzoeksinstellingen veilig, toegankelijk en inclusief zijn. Waar gelijkwaardigheid de norm is en aandacht is voor het welzijn van iedereen in de organisatie. Inzet op het waarborgen van de sociale veiligheid en gelijke behandeling op iedere instelling en het uitbannen van pesten, racisme, discriminatie en ander grensoverschrijdend gedrag.
- Percentage leerlingen en personeel dat zich veilig voelt op of rond school
- Percentage leerlingen en personeel dat aangeeft te worden gepest
- Percentage leerlingen in po en vo naar LHBT (2022) dat aangeeft een incident meegemaakt te hebben
- Percentage leerlingen en personeel dat aangeeft te zijn gediscrimineerd