Studiefinanciering

Studiefinanciering beslaat drie beleidsterreinen: Studiefinanciering, Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en Schoolkosten, en Lesgelden.

Studiefinanciering

Wie komen in aanmerking?

Voltijdstudenten in het hoger onderwijs (hbo en wo) en voltijdstudenten vanaf 18 jaar in de beroepsopleidende leerweg (bol) van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) kunnen in aanmerking komen voor studiefinanciering. Vanaf 2017 geldt voor de bol dat ook de minderjarige studenten al in aanmerking kunnen komen voor de reisvoorziening.

Welke onderdelen?  

Voor mbo-studenten bestaat de studiefinanciering uit een basisbeurs en reisvoorziening (ov-studentenkaart) en een aanvullende beurs indien het inkomen van de ouders beneden een bepaalde grens ligt. Daarnaast is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de leenvoorziening. 

Voor studenten in het hoger onderwijs die vanaf september 2015 of later zijn begonnen aan een bachelor of master geldt het studievoorschot. Zij kunnen gebruikmaken van de reisvoorziening, de leenmogelijkheden (reguliere lening en het collegegeldkrediet) en eventueel de aanvullende beurs. Studenten in het hoger onderwijs die vóór september 2015 al waren begonnen aan een bachelor of master hebben daarnaast nog recht op de basisbeurs.

Op 1 september 2023 treedt naar verwachting het wetsvoorstel herinvoeringbasisbeurs in werking. Deze wet regelt dat in het hoger onderwijs de basisbeurs opnieuw wordt ingevoerd. Voor de studenten met ouders die een laag- en middeninkomen verdienen wordt de aanvullende beurs uitgebreid. Ook regelt de wet een financiële tegemoetkoming voor de generatie die tijdens het leenstelsel heeft gestudeerd en een andere vormgeving van de studievoorschotvouchers. 

Terugbetaling

Voor mbo-studenten niveau 3 en 4 en studenten in het hoger onderwijs zijn de reisvoorziening en basis- en aanvullende beurs een prestatiebeurs. De prestatiebeurs is een lening, maar wordt omgezet in een gift indien de studenten binnen 10 jaar hun diploma halen. Voor mbo-studenten op bol-niveau 1 en 2 is de studiefinanciering een gift.

Hoeveel studiefinanciering?

De hoogte van de basisbeurs, aanvullende beurs en leencomponent tezamen is wettelijk vastgesteld op een normbudget. Daarnaast bestaat voor studenten in het hoger onderwijs een collegegeldkrediet waarbij een bedrag tot maximaal 5 keer het wettelijk collegegeld kan worden geleend ter financiering van het collegegeld van de opleiding.

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

De WTOS (Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten) is belegd in artikel 12 op de OCW-begroting. De tegemoetkoming scholieren bestaat uit een basistoelage en een aanvullende toelage. De tegemoetkoming is een gift.

Basistoelage

De hoogte van de basistoelage is alleen afhankelijk van hoe de scholier woont. Bij de ouders (thuiswonend) of zelfstandig (uitwonend).

Aanvullende toelage

De hoogte van de maandelijkse aanvullende toelage is afhankelijk van het gezamenlijke inkomen van de ouders van de scholier. De aanvullende toelage is verder afhankelijk van het onderwijs dat de scholier volgt en het aantal andere kinderen dat de ouders van de scholier hebben.

De aanvullende toelage voorziet ook in het betalen van lesgeld (indien de scholier dus aanvullende toelage ontvangt). In de toelage zit dan een tegemoetkoming voor het les- of cursusgeld.

Lesgeld

Het lesgeld wordt wettelijk bepaald en dient te worden betaald door lesgeldplichtigen.

Voor andere informatie over studiefinanciering, onderwijs en studenten kunt u terecht op de volgende websites:

  • http://www.studentenmonitor.nl/
  • http://www.researchned.nl/