Verdeling studieschuld per cohort
Met de herinvoering van de basisbeurs en de verbreding van de aanvullende beurs gunt de regering jongeren een andere start na afloop van hun studie. Het effect dat de wijzigingen hebben op gemiddelde studieschulden voor verschillende cohorten en het gebruik van de studiebeurzen wordt gemonitord.
De figuur geeft de gevolgen weer van het leengedrag van studenten voor de totale studieschuld die studenten opbouwen. De figuur laat de opgebouwde studieschuld zien per eerste jaar van inschrijving in het hoger onderwijs. Vanaf cohort 2015 valt het grootste deel van de studenten onder het stelsel van het studievoorschot.
De figuur toont de cohorten tot en met 2019-2020. Studenten in latere cohorten zijn nog niet meegenomen omdat zij nog in verhouding kort studeren (max. 5 jaar) en daardoor minder vergelijkbaar zijn.
Klik hier voor figuren over gemiddelde leenbedragen en de gemiddelde schuld van (oud-)studenten in die aanloopfase. Deze laatste indicator is echt anders dan de indicator die hier is opgenomen. Waar deze indicator studenten rangschikt op basis van hun instroomjaar, kijkt de indicator over de schuld in aanloopfase naar de gemiddelde studieschuld van alle studenten in de aanloopfase. De indicator over de aanloopfase geeft geen inzicht in het verschil in studieschuld tussen de twee studiefinancieringsstelsels (studievoorschot en oude basisbeursstelsel).
Verdeling studieschuld per startcohort in het hbo en wo
| Soort opleiding en cohort | Meer dan 50K | 40K-50K | 30K-40K | 20k-30K | 10k-20K | 1-10K | 0 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| hbo: 14-15 | 0,062 | 0,044 | 0,065 | 0,094 | 0,134 | 0,236 | 0,365 |
| hbo: 15-16 | 0,134 | 0,07 | 0,089 | 0,108 | 0,134 | 0,184 | 0,281 |
| hbo: 16-17 | 0,135 | 0,07 | 0,087 | 0,103 | 0,138 | 0,201 | 0,266 |
| hbo: 17-18 | 0,122 | 0,065 | 0,081 | 0,101 | 0,138 | 0,216 | 0,278 |
| hbo: 18-19 | 0,089 | 0,059 | 0,074 | 0,093 | 0,125 | 0,214 | 0,346 |
| hbo: 19-20 | 0,05 | 0,048 | 0,069 | 0,089 | 0,119 | 0,212 | 0,414 |
| wo: 14-15 | 0,158 | 0,091 | 0,114 | 0,125 | 0,15 | 0,19 | 0,172 |
| wo: 15-16 | 0,3 | 0,101 | 0,11 | 0,113 | 0,109 | 0,102 | 0,165 |
| wo: 16-17 | 0,293 | 0,105 | 0,112 | 0,114 | 0,11 | 0,105 | 0,162 |
| wo: 17-18 | 0,268 | 0,102 | 0,11 | 0,115 | 0,116 | 0,116 | 0,171 |
| wo: 18-19 | 0,188 | 0,102 | 0,112 | 0,12 | 0,127 | 0,136 | 0,216 |
| wo: 19-20 | 0,091 | 0,084 | 0,116 | 0,131 | 0,144 | 0,158 | 0,277 |
We zien dat in het hbo meer studenten een lage of geen studieschuld hebben. Ook in de hoogste schuldcategorie zijn relatief minder hbo’ers dan wo’ers. Verder zien we voor zowel het hbo als het wo ongeveer een verdubbeling van het aandeel studenten in de hoogste schuldcategorie in cohort 15/16, gelijk met de invoering van het leenstelsel. Voor dit cohort zien we ook het aandeel studenten in de laagste twee schuldcategorieën dalen. Alleen het aandeel wo’ers zonder schuld is met de invoering van het leenstelsel nagenoeg gelijkgebleven. Tenslotte zien we de laatste jaren studieschulden steeds kleiner worden. Het aandeel studenten zonder schuld neemt toe, maar ook de studenten die wel lenen, lenen steeds minder. De maximale schuld van recentere cohorten kan daarbij nog wel toenemen als zij nog recht op een studielening hebben.