Education at a Glance 2025 schetst een positief beeld van het Nederlandse hbo en wo

Het jaarlijkse rapport Education at a Glance (EAG) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bevat gegevens over onder andere de structuur, financiën en prestaties van het onderwijs in de OESO-landen. Het rapport biedt waardevolle informatie over de positie van het Nederlandse onderwijsstelsel en geeft inzicht in belangrijke (internationale) trends. Het EAG rapport 2025 is op 9 september door de OESO gepubliceerd.

Ieder jaar krijgt één thema extra aandacht in de publicatie. Dit jaar is dat het hbo en wo, net als bij EAG 2022. EAG 2025 laat een positief beeld zien van het Nederlandse hbo en wo. Hieronder lichten we een verzameling opvallende en relevante Nederlandse cijfers uit, mede bezien vanuit internationaal perspectief. Het volledige rapport is beschikbaar op de website van de OESO.

Algemene krimp en relatief veel internationale studenten

Zoals ook uit eerdere edities van EAG blijkt, bezit een relatief groot deel van de Nederlandse beroepsbevolking een hbo en/of wo-diploma (45%, t.o.v. 42% in de OESO). Ook komt relatief een groot aandeel van de hbo- en wo-studenten niet uit Nederland: in 2023 was dit aandeel met 18% aanzienlijk groter dan het OESO-gemiddelde van 7%.

Bekijk EAG cijferinformatie over;

Baan(on)zekerheid voor afgestudeerden

EAG laat zien dat ongeacht de studierichting over het algemeen veel hbo- en wo-afgestudeerden in Nederland een baan vinden (91% t.o.v. 87% in de OESO). Op baanzekerheid voor gepromoveerden scoort Nederland lager dan gemiddeld: 81% van de werkenden met een doctorstitel heeft een contract voor onbepaalde tijd t.o.v. 88% in 27 EU-landen waarover EAG 2025 rapporteert.

Bekijk EAG cijferinformatie over;

Ruimte voor groei in tekortsectoren

De maatschappij heeft een duidelijke behoefte aan mensen in het onderwijs, de techniek en de zorg. Kijken we echter naar specifieke sectoren waarin ho-studenten afstuderen in EAG 2025, dan kent Nederland relatief weinig afgestudeerden in de sector Educatie (9% t.o.v. 11% in de OESO) en STEM  (21% t.o.v. 26 in de OESO). Ook bij promovendi zien we relatief weinig doctorstitels in het STEM-domein (30%, t.o.v. 43% in de OESO).

Bekijk EAG cijferinformatie over;

Effectief ho-systeem

Het valt op dat in Nederland veel 18-tot-24-jarigen studenten hun studie met een (bij)baan combineren: 51%, het hoogste percentage van de OESO (gemiddeld 19%). In Nederland vallen daarnaast weinig bachelor-studenten uit na het eerste jaar (11%, t.o.v. 13% in de OESO). Hoewel het aandeel nominaal afgestudeerden relatief laag is (30% t.o.v. 43% in de OESO), haalt een groot deel studenten binnen drie jaar na de nominale duur uiteindelijk wel een diploma (73% t.o.v. 70% in de OESO).

Bekijk EAG cijferinformatie over;

Basisvaardigheden volwassenen

Uit het PIAAC onderzoek blijkt dat volwassenen in Nederland internationaal gezien goed zijn onderlegd op het gebied van de basisvaardigheden: Nederland neemt de vierde plaats in voor taalvaardigheid, de derde plaats voor rekenvaardigheid en de vijfde plaats voor probleemoplossend vermogen. Helaas zijn er ook nog steeds veel mensen die de basisvaardigheden niet beheersen. Zo heeft 16% van de 16-65-jarigen, ruim twee miljoen volwassenen, een lage taalvaardigheid. 

Meer over PIAAC vind je hier;