Jongeren niet in opleiding en niet werkzaam (NEET)
Door te leren of te werken krijgen jongeren meer mogelijkheden op de arbeidsmarkt en integreren makkelijker in de maatschappij.
NEET-jongeren kunnen voortijdig schoolverlater zijn, maar dat hoeft niet. Andersom, hoeft een voortijdig schoolverlater geen NEET-jongere te zijn. Dit is het geval wanneer hij of zij werkt.
Jongeren (18-24 jaar) niet in opleiding en niet werkzaam (NEET)
Land | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|
NLD | 6,90% | 7,60% | 4,50% | 4,10% |
ENG | 14,50% | 15,20% | 13,70% | 11,80% |
USA | 14,60% | 19,30% | 17,10% | 15,50% |
DUI | 8,20% | 9,40% | 9,70% | 8,60% |
DEN | 12,40% | 11,70% | 10,80% | 10,40% |
BEL | 12,70% | 12,20% | 10,60% | 9,60% |
FRA | 17,50% | 17,50% | 16,00% | 15,40% |
OESO | 12,90% | 14,20% | 13,40% | 14,70% |
In Nederland heeft in 2021 4,5% van de jongeren (18-24 jaar) geen baan en volgt geen onderwijs. Internationaal gezien is deze groep in Nederland klein. Het percentage in 2021 is ten opzichte van 2019 afgenomen.
Jongeren (18-24 jaar) in opleiding, werkzaam en geen van beiden (NEET)
Land | in opleiding | werkend, niet in opleiding | NEET |
---|---|---|---|
NLD | 71% | 25% | 4,10% |
ENG | 45% | 43% | 11,80% |
USA | 45% | 40% | 15,50% |
DUI | 62% | 30% | 8,60% |
DEN | 58% | 32% | 10,40% |
BEL | 68% | 22% | 9,60% |
FRA | 56% | 29% | 15,40% |
OESO | 54% | 31% | 14,70% |
EU25 | 60% | 27% | 13,70% |
In Nederland is het aandeel jongeren in opleiding groter dan gemiddeld in de OESO-landen. In alle getoonde landen is het aandeel NEET-jongeren hoger dan in Nederland. De gerelateerde grafiek geeft de ontwikkeling over de tijd van het aandeel jongeren in opleiding, werkend en NEET.
in opleiding | werkend, niet in opleiding | NEET | |
---|---|---|---|
NED 2009 | 52,50% | 39,60% | 7,90% |
NED 2019 | 58,60% | 34% | 7,40% |
OESO 2009 | 41,60% | 39,80% | 18,70% |
OESO 2019 | 45,20% | 39,80% | 15,20% |
Er is in Nederland de afgelopen 10 jaar een sterke stijging in het aandeel jongeren in opleiding. De stijging is sterker in Nederland dan gemiddeld in de OESO-landen. Het aandeel werkende jongeren is ten opzichte van 2009 met 5,6 procentpunt afgenomen en het percentage NEET-jongeren is ten opzichte van 2009 met 0,5 procentpunt afgenomen.