Contractvorm en aanstellingsomvang
Een tijdelijk contract is voor een bepaalde tijd. Een vast contract wordt ook wel contract voor onbepaalde tijd genoemd. In het voorgezet onderwijs heeft gemiddeld 82% van de leraren een vast contract en werkt bijna twee derde van de leraren in een voltijdbaan (> 0,8 fte).
Percentage vaste aanstelling leraren per 1 oktober
Periode | % vaste aanstelling |
---|---|
2011 | 83% |
2012 | 83% |
2013 | 84% |
2014 | 83% |
2015 | 82% |
2016 | 82% |
2017 | 82% |
2018 | 82% |
2019 | 82% |
2020 | 81% |
Het aandeel leraren met een vaste aanstelling is in de periode 2011-2020 iets afgenomen.
Op het eerste gezicht zou de conclusie kunnen zijn dat hier sprake kan zijn van een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden. Echter, er is een achterliggende reden om deze afname te verklaren. De afgelopen jaren waren er veel pensioneringen, waardoor er nieuwe mensen moesten worden aangenomen. Net als in veel andere sectoren krijgen nieuwe mensen vaak een jaarcontract met het vooruitzicht op een vaste aanstelling. Daarom is het percentage vaste aanstellingen teruggelopen. Er zijn geen indicaties dat dit (ook) te maken zou kunnen hebben met verslechterende arbeidsvoorwaarden. In een situatie waarin er een tekort is aan leraren zou dat ook een onverwachte ontwikkeling zijn.
Periode | % vaste aanstelling |
---|---|
2011 | 88% |
2012 | 89% |
2013 | 89% |
2014 | 88% |
2015 | 88% |
2016 | 87% |
2017 | 87% |
2018 | 86% |
2019 | 85% |
2020 | 83% |
Het aandeel ondersteunend personeel met een vaste aanstelling is in de periode 2011-2020 iets afgenomen.
In het voortgezet onderwijs werkt bijna twee derde van de leraren in een voltijdbaan (>0,8 fte). Iets meer dan een derde van de leraren werkt in een kleine of grote deeltijdbaan.
Percentage leraren met een kleine deeltijdbaan, grote deeltijdbaan en volledige aanstelling
0,1 tot en met 0,5 fte | 0,5 tot en met 0,8 fte | meer dan 0,8 fte | |
---|---|---|---|
8% | 30% | 62% |
Binnen het voortgezet onderwijs werkt bijna twee derde van het personeel in een voltijd baan.
Gemiddelde omvang aanstelling in fte op 1 oktober
Periode | Leraar vo |
---|---|
2011 | 0,814 |
2012 | 0,813 |
2013 | 0,817 |
2014 | 0,817 |
2015 | 0,815 |
2016 | 0,811 |
2017 | 0,804 |
2018 | 0,799 |
2019 | 0,796 |
2020 | 0,794 |
In deze figuur is de gemiddelde aanstellingsomvang van leraren weergegeven door de jaren heen. Vanaf 2014 is een gestage daling te zien. Een gedeeltelijke verklaring is dat de uitstroom voor een groot deel uit pensioen bestaat, waaronder zich relatief veel mannen met grote aanstellingen bevinden. Bij de instroom bevindt zich een hoger percentage vrouwen, die gemiddeld een kleinere aanstelling hebben dan mannen.
Pas afgestudeerde leraren naar aanstellingsomvang
Periode | VO Deeltijd: minder dan 12 uur | VO Deeltijd: 12 tot 24 uur | VO Deeltijd: 24 tot 36 uur | VO Voltijd: 36 uur of meer |
---|---|---|---|---|
2015 | 6,10% | 30,40% | 43,40% | 20,10% |
2016 | 6,40% | 27,80% | 46,70% | 19,00% |
2017 | 5,10% | 29,20% | 49,00% | 16,80% |
2018 | 4,60% | 27,20% | 50,50% | 17,70% |
2019 | 5,00% | 25,20% | 50,70% | 19,10% |
Bij afgestudeerden aan de 2e graad lerarenopleiding en de universitaire lerarenopleiding is tussen de 50% en 60% werkzaam in een voltijdaaanstelling. Hierbij gaat het om een aanstelling van 0,8 FTE of hoger. Dit percentage is de afgelopen jaren redelijk constant.