Ga direct naar inhoud

Uitgaven aan onderwijs als percentage van het BBP

De publieke en private uitgaven als percentage van het Bruto Binnenlands Product (BBP) laten zien welk deel van de welvaart een land uitgeeft aan onderwijsinstellingen.

Uitgaven aan onderwijsinstellingen als percentage van het BBP

Uitgaven aan onderwijsinstellingen als percentage van het BBP Naar publiek, privaat en internationaal, 2020
LandPubliekPrivaatInternationaal
NLD4,30%1,00%1,00%
ENG4,20%2,00%0,10%
USA4,20%1,90%
JAP3,00%1,10%0%
DUI4,00%0,60%0%
DEN5,30%0,40%0,10%
BEL5,60%0,30%0,10%
FRA4,70%0,70%0,00%
OESO4,30%0,80%0,10%
EU253,80%0,50%0,10%

De totale uitgaven aan onderwijsinstellingen (publiek, privaat en internationaal) als percentage van het BBP bedragen in Nederland in 2020 6,3%. Deze uitgaven zijn net hoger dan het OESO-gemiddelde van 5,2% en het EU-gemiddelde (4,4%).

Ook als slechts naar het publieke aandeel gekeken wordt, zit Nederland net boven het OESO-gemiddelde en het EU-25 gemiddelde.

Landen verschillen sterk in de private uitgaven aan onderwijsinstellingen.

Definitie: Expenditure on educational institutions refers to public, private and international expenditure on entities that provide instructional services to individuals or education-related services to individuals and other educational institutions (schools, universities and other public and private institutions).

Final public, private and international shares are the percentages of educational funds expended directly by public, private and international purchasers of educational services after the flow of transfers. Final public spending includes direct public purchases of educational resources and payments to educational institutions. Final private spending includes all direct expenditure on educational institutions (tuition fees and other private payments to educational institutions), whether partially covered by public subsidies or not. Private spending also includes expenditure by private companies on the work-based element of school- and work-based training of apprentices and students. Final international spending includes direct international payments to educational instructions such as research grants or other funds from international sources paid directly to educational institutions.

Expenditure on educational institutions as a percentage of GDP at a particular level of education is calculated by dividing total expenditure on educational institutions at that level by GDP. Expenditure and GDP values in national currency are converted into equivalent USD by dividing the national currency figure by the purchasing power parity (PPP) index for GDP. The PPP conversion factor is used because the market exchange rate is affected by many factors (interest rates, trade policies, expectations of economic growth, etc.) that have little to do with current relative domestic purchasing power in different OECD countries (see Annex 2 for further details).

Zie ook de publicatie op de website van de OESO (https://www.oecd.org/education/education-at-a-glance/) en OECD Handbook for Internationally Comparative Education Statistics (http://dx.doi.org/10.1787/9789264279889-en)

Bron: EAG 2023, tabel C1.1

Beschikbaar: 12 september 2023

Publicatiedatum: 12 september 2023 
 

Bron: EAG 2023, tabel C2.3 Brontabel als csv (263 bytes)

Trendontwikkeling uitgaven aan onderwijsinstellingen als percentage van het BBP

Trendontwikkeling uitgaven aan onderwijsinstellingen als percentage van het BBP Publieke en private uitgaven (2015 = 100)
Land201220162020
NLD98101107
ENG91100103
USA98103110
JAP10199101
DUI99101112
FIN102100102
BEL98102109
FRA98100104
OESO97101111
EU259799112

De uitgaven aan onderwijsinstellingen als percentage van het BBP in Nederland zijn sinds 2015 gestegen. Deze stijging is iets minder sterk dan de gemiddelde stijging in de EU-25 landen en ook minder dan de gemiddelde stijging in de OESO landen. In Duitsland is de stijging het grootst.

Definitie: Expenditure on educational institutions refers to public, private and international expenditure on entities that provide instructional services to individuals or education-related services to individuals and other educational institutions (schools, universities and other public and private institutions).

Expenditure on educational institutions as a percentage of GDP at a particular level of education is calculated by dividing total expenditure by educational institutions at that level by GDP. Expenditure and GDP values in national currency are converted into equivalent USD by dividing the national currency figure by the purchasing power parity (PPP) index for GDP. The PPP conversion factor is used because the market exchange rate is affected by many factors (interest rates, trade policies, expectations of economic growth, etc.) that have little to do with current relative domestic purchasing power in different OECD countries.

Zie ook de publicatie op de website van de OESO (https://www.oecd.org/education/education-at-a-glance/) en OECD Handbook for Internationally Comparative Education Statistics (http://dx.doi.org/10.1787/9789264279889-en)

Bron: EAG 2023, tabel C2.2

Beschikbaar: 12 september 2023

Publicatiedatum: 12 september 2023 

Bron: EAG 2023, tabel C2.2 Brontabel als csv (188 bytes)

Uitgaven aan onderwijsinstellingen per sector als percentage van het BBP

Uitgaven aan onderwijsinstellingen per sector als percentage van het BBP Publieke, private en internationale uitgaven, 2020
LandPrimair- secundairTertiair
NLD3,60%1,80%
ENG4,20%2,10%
USA3,60%2,50%
JAP2,70%1,40%
DUI3,30%1,30%
DEN3,90%1,90%
BEL4,40%1,60%
FRA3,90%1,60%
OESO3,60%1,50%
EU253,20%1,30%

De uitgaven aan onderwijsinstellingen in het po/vo/mbo (primair en secundair) bedragen in Nederland in 2020 3,6% (als percentage van het BBP). In het tertiair onderwijs is dit percentage 1,8%. Voor het tertiair onderwijs is dat iets hoger dan het OESO-gemiddelde en het EU-25 gemiddelde. Voor het po/vo/mbo is het vergelijkbaar met het OESO-gemiddelde, maar hoger dan het OESO-gemiddelde.

Definitie: Expenditure on educational institutions refers to public, private and international expenditure on entities that provide instructional services to individuals or education-related services to individuals and other educational institutions (schools, universities and other public and private institutions).

Expenditure on educational institutions as a percentage of GDP at a particular level of education is calculated by dividing total expenditure by educational institutions at that level by GDP. Expenditure and GDP values in national currency are converted into equivalent USD by dividing the national currency figure by the purchasing power parity (PPP) index for GDP. The PPP conversion factor is used because the market exchange rate is affected by many factors (interest rates, trade policies, expectations of economic growth, etc.) that have little to do with current relative domestic purchasing power in different OECD countries.

Zie ook de publicatie op de website van de OESO (https://www.oecd.org/education/education-at-a-glance/) en OECD Handbook for Internationally Comparative Education Statistics (http://dx.doi.org/10.1787/9789264279889-en)

Bron: EAG 2023, tabel C2.1

Beschikbaar: 12 september 2023

Publicatiedatum: 12 september 2023

Bron: EAG 2023, tabel C2.1 Brontabel als csv (210 bytes)