Onderwijsniveau van de bevolking
Jongere generaties hebben vaker een bachelor- of master-diploma dan de oudere, ook in de landen om ons heen. Voor 2030 stelt de EU dat ten minste 45% van de 25- tot 35-jarigen in haar lidstaten een bachelor of master moet hebben behaald. Zie Behaald onderwijsniveau voor de ontwikkeling van het onderwijsniveau van de Nederlandse bevolking over de tijd.
Onderwijsniveau internationaal vergeleken: 15- tot 75-jarigen (2024)
Land | ISCED 5-8 | ISCED 3-4 | ISCED 0-2 |
---|---|---|---|
EU-27 | 30,2 | 44,1 | 25,7 |
IER | 46,1 | 35,1 | 18,8 |
ZWE | 41,6 | 39,1 | 19,2 |
BEL | 37,3 | 38,3 | 24,3 |
NED | 37,2 | 36,9 | 25,8 |
FRA | 36,2 | 40,7 | 23,1 |
DEN | 36,2 | 38,9 | 24,9 |
FIN | 35,3 | 45,1 | 19,5 |
DUI | 29,8 | 48,5 | 21,6 |
Gemiddeld had in 2024 30% van de 15- tot 75-jarigen in de 27 landen van de EU een afgeronde bachelor- of masteropleiding of een doctorstitel (ISCED niveaus 5-8). Ierland kende met ruim 46% het hoogste percentage. In Nederland is het aandeel personen met een afgeronde bachelor- of masteropleiding niet zo groot als in Ierland, maar met 37% wel groter dan gemiddeld in de EU. In Duitsland was dit aandeel kleiner dan gemiddeld, terwijl het aandeel personen met ISCED niveau 3-4 het grootst was. Bij ISCED niveau 3-4 gaat het in Nederland om degenen met een havo-, vwo- of mbo niveau 2-4-diploma.
Land | ISCED 5-8 | ISCED 3-4 | ISCED 0-2 |
---|---|---|---|
EU-27 | 44,2 | 41,8 | 14,0 |
IER | 65,2 | 30,6 | 4,2 |
NED | 55,1 | 34,4 | 10,5 |
ZWE | 54,4 | 35,5 | 10,1 |
FRA | 53,4 | 36,1 | 10,6 |
DEN | 51,2 | 33,4 | 15,4 |
BEL | 50,7 | 36,5 | 12,9 |
DUI | 40,5 | 43,7 | 15,9 |
FIN | 39,1 | 50,5 | 10,4 |
In Ierland is het aandeel 25- tot 35-jarigen met een afgeronde bachelor- of masteropleiding of een doctorstitel het grootst. Dit aandeel is 21%-punten groter dan het gemiddelde in de EU. Ook Nederland kent met ruim 55% relatief veel hbo'ers en universitair geschoolden binnen deze leeftijdsklasse. Daarmee voldoet Nederland al ruimschoots aan de EU-doelstelling dat in 2030 ten minste 45% van de 25- tot 35-jarigen een bachelor- of master-diploma of daarmee vergelijkbaar moet hebben behaald. In Finland is dit aandeel relatief klein en het aandeel personen met opleiding vallend onder ISCED niveau 3 of 4 juist relatief groot: ruim de helft.