Instroom in het hoger onderwijs

De instroomkans in het hoger onderwijs voor studenten tot 25 jaar in Nederland ligt boven het OESO-gemiddelde.

In Nederland en België ligt de instroomkans in het hoger onderwijs voor studenten tot 25 jaar beduidend boven het OESO-gemiddelde (zie metadata voor definitie van instroomkans). In het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en  Denemarken daarentegen ligt deze instroomkans onder het OESO-gemiddelde.

Instroomkans in het hoger onderwijs

Instroomkans in het hoger onderwijs % van de studenten in de bevolking tot 25 jaar dat voor de eerste keer instroomt in het hoger onderwijs (2021)
Land2021
NLD94%
ENG74%
USA94%
JAP99%
DUI78%
DEN76%
BEL96%
OESO83%
EU2586%

In Japan (99%), België (96%) en Nederland (94%) ligt de instroomkans in het hoger onderwijs voor studenten tot 25 jaar beduidend boven het OESO-gemiddelde van 83% (zie metadata voor definitie van instroomkans).

De instroomkans in het hoger onderwijs van studenten tot 25 jaar in Nederland ligt met 94% boven het OESO-gemiddelde van 83%. Zie de gerelateerde grafiek 'Instroomkans in het hoger onderwijs naar niveau' voor de instroomkans per niveau.

Bron: EAG 2023, tabel B4.1 Brontabel als csv (97 bytes)

Instroomkans in het hoger onderwijs naar niveau, 2019

Instroomkans in het hoger onderwijs naar niveau, 2019 % van de studenten in de bevolking tot 25 jaar dat voor de eerste keer instroomt in bachelor, of % van de studenten in de bevolking tot 30 jaar dat voor de eerste keer instroomt in master of PhD (incl. internationale studenten)
LandBachelorMasterPromovendi
NLD62%22%
ENG63%26%2,80%
FIN46%7%1,00%
ZWE31%25%1,10%
DUI45%28%2,80%
DEN52%30%1,90%
BEL70%31%
FRA54%39%1,80%
OESO50%19%1,40%
EU2250%24%1,60%

Voor Nederland liggen de instroomkansen in de bachelor en master boven de OESO-gemiddeldes.

Bron: EAG 2021, tabel B4.3 Brontabel als csv (219 bytes)

Aandeel jongeren tot 25 jaar in de instroom (1e keer) in het hoger onderwijs ISCED 5-8

Aandeel jongeren tot 25 jaar in de instroom (1e keer) in het hoger onderwijs ISCED 5-8 (incl. Associate degrees en promovendi, excl. internationale studenten)
Land2019
NLD94%
ENG77%
USA93%
JAP99%
DUI78%
DEN73%
BEL97%
OESO83%
EU2586%

Een groot deel van de studenten die voor de eerste keer starten in het hoger onderwijs is jong.

Het aandeel van de jongeren tot 25 jaar dat voor de eerste keer instroomt in het hoger onderwijs verschilt flink per land, met een gemiddelde van 83% voor de OECD-landen. Zo is in Denemarken 73% van de van de instromende studenten in het hoger onderwijs jonger dan 25 jaar. In Nederland is dit 94% en in Japan 99%.

Bron: EAG 2021, tabel B4.1 Brontabel als csv (97 bytes)

Aandeel vrouwen in de instroom (eerste keer) in het hoger onderwijs

Aandeel vrouwen in de instroom (eerste keer) in het hoger onderwijs 2021
Land2021
NLD55%
ENG57%
USA57%
JAP51%
DUI51%
DEN55%
BEL56%
OESO55%
EU2555%

Het aandeel vrouwen van de studenten die voor het eerst instromen in het hoger onderwijs, ligt gemiddeld in de OESO en bij de EU-25 landen op 55%. In Nederland is het percentage vrouwen met 55% gelijk aan het OESO-gemiddelde.

Bron: EAG 2023, tabel B4.1 Brontabel als csv (97 bytes)