Onderscheid NL, EER en niet-EER bij anderstalige opleidingen en trajecten
Het meten van de onderwijstaal is belangrijk door de invloed van opleidingstaal op de instroom van internationale studenten. Hierbij geeft ook het verschil tussen EER- en niet-EER studenten inzicht in de instroom.
De grafiek laat zien hoe de instroom van Nederlandse studenten, EER-studenten en niet-EER studenten in anderstalige ba opleidingen en trajecten in het wo door de tijd heen veranderd is.
De instroom in anderstalige ba opleidingen en trajecten in het wo, uitgesplitst naar Nederlands, EER, en niet-EER
| Periode | Nederlands | EER | Niet-EER |
|---|---|---|---|
| 2016 | 15,658 | 6,797 | 1,546 |
| 2017 | 18,948 | 8,223 | 2,102 |
| 2018 | 23,433 | 9,981 | 2,804 |
| 2019 | 23,831 | 10,304 | 3,281 |
| 2020 | 26,031 | 12,085 | 3,659 |
| 2021 | 23,774 | 14,901 | 4,302 |
| 2022 | 21,757 | 15,055 | 4,744 |
| 2023 | 21,949 | 15,571 | 4,984 |
| 2024 | 21,356 | 14,329 | 5,149 |
De internationale instroom uit EER-landen in anderstalige ba opleidingen in het wo is sinds 2016 en tot 2023 onafgebroken gestegen: van bijna 6,8 duizend nieuwe inschrijvingen in 2016 naar ruim 15,5 duizend nieuwe inschrijvingen in 2023. In 2024 daalde deze instroom naar ongeveer 14,3 duizend inschrijvingen. De instroom uit niet-EER-landen in anderstalige ba opleidingen in het wo nam in die jaren onafgebroken toe: van ruim anderhalf duizend nieuwe inschrijvingen in 2016 naar ruim 5,1 duizend nieuwe inschrijvingen in 2024. De internationale instroom uit EER-landen in anderstalige ba opleidingen in het wo is sinds 2016 groter gebleven dan die uit niet-EER-landen. De instroom uit Nederland in anderstalige ba opleidingen in het wo piekte in 2020 (met ruim 26 duizend nieuwe inschrijvingen) en is sinds 2022 onder de 22 duizend nieuwe inschrijvingen gebleven.
De grafiek laat zien hoe de instroom van Nederlandse studenten, EER-studenten en niet-EER studenten in anderstalige ma opleidingen en trajecten in het wo door de tijd heen veranderd is.
De instroom in anderstalige ma opleidingen en trajecten in het wo, uitgesplitst naar Nederlands, EER, en niet-EER
| Periode | Nederlands | EER | Niet-EER |
|---|---|---|---|
| 2016 | 22,224 | 7,108 | 3,944 |
| 2017 | 23,919 | 7,73 | 4,131 |
| 2018 | 24,908 | 8,295 | 4,574 |
| 2019 | 26,056 | 8,934 | 4,67 |
| 2020 | 31,835 | 11,005 | 4,303 |
| 2021 | 30,774 | 11,77 | 5,9 |
| 2022 | 26,676 | 10,557 | 5,749 |
| 2023 | 27,258 | 10,877 | 6,088 |
| 2024 | 28,504 | 12,16 | 6,334 |
Zowel de internationale instroom in anderstalige ma opleidingen in het wo uit EER-landen als die uit niet-EER-landen zijn sinds 2016 nooit zo hoog geweest als in 2024: ruim twaalfduizend nieuwe inschrijvingen voor de instroom uit EER-landen, en ruim 6,3 duizend nieuwe inschrijvingen voor de instroom uit niet-EER-landen. Sinds 2020 is de instroom uit EER-landen in anderstalige ma opleidingen in het wo ruim boven de tienduizend nieuwe inschrijvingen gebleven; voor die uit niet-EER-landen bleef die sinds 2021 ruim boven de vijfduizend nieuwe inschrijvingen. De instroom uit EER-landen in anderstalige ma opleidingen in het wo is sinds 2016 groter gebleven dan die uit niet-EER-landen. De instroom uit Nederland in anderstalige ma opleidingen in het wo piekte in 2020 (met bijna 32 duizend nieuwe inschrijvingen) en is sinds 2022 onder de 30 duizend nieuwe inschrijvingen gebleven.