Uitgaven wetenschappelijk onderwijs
De Rijksoverheid bekostigt 18 universiteiten. Naast de Rijksoverheid besteden diverse andere organisaties en huishoudens geld aan het wetenschappelijk onderwijs.
Totale uitgaven aan wo bestemd voor onderwijs en onderzoek aan universiteiten
De overheid, bedrijven, huishoudens en organisaties in het buitenland geven geld uit voor onderwijs en onderzoek aan universiteiten of voor het (laten) volgen van wetenschappelijk onderwijs (wo).
OCW-uitgaven gaan naar onderwijs, onderzoek en geneeskundig onderwijs en onderzoek
Het wo-budget op de begroting van OCW is verdeeld in een onderwijsdeel, een onderzoekdeel en een deel voor geneeskundig onderwijs en onderzoek. De bijdragen van het Rijk aan de instellingen worden uitgekeerd als lumpsum. Dat wil zeggen dat een instelling zijn Rijksbijdrage naar eigen inzicht kan besteden voor het uitvoeren van wettelijke taken. Naast de Rijksbijdrage ontvangt een universiteit nog collegegelden en middelen voor onderzoek uit andere dan de eerste geldstroom.
Het universitair onderzoek wordt via 3 geldstromen gefinancierd. De eerste geldstroom is de Rijksbijdrage die voor onderzoek is bestemd. De tweede geldstroom bestaat uit subsidies die de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschapen (KNAW )toekennen voor specifiek onderzoek. De derde geldstroom wordt gegenereerd door contractonderzoek in opdracht van nationale en internationale overheden, non-profit instellingen en bedrijven.