Financiën van instellingen in het wetenschappelijk onderwijs
Deze pagina toont, op basis van de gegevens uit jaarrekeningen, de financiële kengetallen van instellingen in het wetenschappelijk onderwijs. Verder wordt de samenstelling en ontwikkeling van de baten en lasten weergegeven.
Met ingang van verslagjaar 2017 heeft er een belangrijke verandering plaatsgevonden in de weergave van de meerjarige cijferreeksen.
Tot dusverre werden de vijfjarige reeksen jaarlijks herrekend naar de dan aanwezige instellingen. Dat impliceerde dat gegevens van instellingen die een jaar eerder waren verdwenen, bijvoorbeeld door opheffing of fusie, met terugwerkende kracht uit de cijferreeksen werden gehaald. Daarmee waren de ontwikkelingen van de cijfers per vijfjaarlijkse reeks wel goed vergelijkbaar voor de aanwezige instellingen, maar het leidde er ook toe dat hetzelfde jaar in opeenvolgende reeksen niet meer dezelfde getallen bevatte.
Met ingang van dit jaar verandert dat dus. Van elk jaar in de cijferreeks worden de cijfers weergegeven zoals ze in dat jaar waren. Er vindt dus geen herrekening meer plaats. Daarmee sluit de weergave ook een op een aan bij de weergave zoals bijvoorbeeld CBS die verschaft.
Deze verandering is vooral van invloed in po en vo, omdat daar de meeste mutaties van instellingen plaatsvinden. In het mbo en ho is dat veel geringer. Alleen als grotere instellingen om bijzondere redenen een jaarrekening te laat inleveren, kan dat voor het laatste jaar nog een verschil opleveren, gezien het opleveringstijdstip van de Financiële staat van het onderwijs.
Het is dus goed er rekening mee te houden dat de cijferreeksen en het aantal besturen in deze en de vorige jaren van elkaar kunnen verschillen voor dezelfde jaren. In de toekomst zal dat niet of nauwelijks meer het geval zijn.
Hieronder staan de financiële kengetallen van wo-instellingen, inclusief de Wageningen Universiteit en Open Universiteit. Als eerste is de solvabiliteit te zien, onder 'Gerelateerde grafieken' vindt u de liquiditeit en rentabiliteit.
Voor alle balans- en exploitatiegegevens klikt u hier.
Solvabiliteit van wo-instellingen
Periode | lager dan 0,3 | 0,3 - 0,6 | 0,6 - 0,7 | 0,7 - 0,8 | 0,8 - 0,9 | hoger dan 0,9 |
---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 0 | 11 | 2 | 4 | 0 | 1 |
2014 | 0 | 11 | 1 | 5 | 0 | 1 |
2015 | 0 | 10 | 2 | 4 | 1 | 1 |
2016 | 0 | 10 | 4 | 1 | 2 | 1 |
2017 | 0 | 10 | 4 | 2 | 1 | 1 |
De solvabiliteit geeft weer of een instelling op de langere termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De signaliseringswaarde van de Inspectie van het Onderwijs bedraagt 0,3. De gemiddelde solvabiliteit is de afgelopen jaren nagenoeg gelijk gebleven.
Periode | lager dan 1 | 1 - 2 | 2 - 3 | 3 - 4 | 4 - 5 | 5 - 6 | hoger dan 6 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 7 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 |
2014 | 7 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 |
2015 | 6 | 10 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
2016 | 8 | 7 | 1 | 0 | 1 | 0 | 1 |
2017 | 8 | 7 | 1 | 0 | 1 | 0 | 1 |
De liquiditeit geeft aan in welke mate een instelling op korte termijn geld kan vrijmaken om kortlopende schulden te betalen. De Inspectie van het Onderwijs hanteert een signaliseringswaarde van 1. De afgelopen jaren is de liquiditeit gemiddeld iets gestegen.
Periode | lager dan -4 | -4 - -2 | -2 - 0 | 0 - 2 | 2 - 4 | hoger dan 4 |
---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2 | 1 | 2 | 6 | 1 | 6 |
2014 | 0 | 2 | 3 | 3 | 4 | 6 |
2015 | 0 | 0 | 4 | 2 | 8 | 4 |
2016 | 0 | 1 | 1 | 6 | 5 | 5 |
2017 | 0 | 0 | 3 | 7 | 5 | 3 |
De rentabiliteit geeft aan in hoeverre de inkomsten en uitgaven van een instelling elkaar in evenwicht houden. De rentabiliteit is de afgelopen jaren gemiddeld genomen gedaald.
Ontwikkeling lasten wo-instellingen
Periode | Personeel | Afschrijvingen | Huisvesting | Overig |
---|---|---|---|---|
2013 | 4040 | 384 | 456 | 1261 |
2014 | 4079 | 402 | 468 | 1258 |
2015 | 4251 | 404 | 500 | 1335 |
2016 | 4381 | 443 | 479 | 1351 |
2017 | 4610 | 440 | 463 | 1325 |
De totale lasten van instellingen in het wetenschappelijk onderwijs zijn de afgelopen jaren toegenomen. In 2017 bedroegen de totale lasten ruim 6,8 miljard euro. Personele lasten vormden hiervan het grootste deel (67%). Onder 'Gerelateerde grafieken' vindt u de ontwikkeling van de baten.
Periode | Rijksbijdragen | Overige overheidsbijdragen | Baten werk in opdracht van derden | Overige baten |
---|---|---|---|---|
2013 | 3585 | 17 | 1657 | 1047 |
2014 | 3626 | 3 | 1712 | 1032 |
2015 | 3697 | 1 | 1838 | 1103 |
2016 | 3802 | 1 | 1820 | 1180 |
2017 | 3901 | 1 | 1865 | 1190 |
De totale baten van wo-instellingen zijn de afgelopen jaren toegenomen tot 6,96 miljard euro in 2017. De rijksbijdragen vormden, met 3,9 miljard euro, de grootste batenpost.