Hoe ziet de doorstroom van vso-leerlingen uit?
Bijna de helft van de leerlingen die vso verlaat, studeert verder
Bijna tienduizend vso-leerlingen (cluster 3 en 4) verlaten het vso na schooljaar 2014/2015. Zij verlaten in 2015 het vso. Een deel van deze vso-leerlingen gaat helemaal van school. Dit noemen we ‘uitstroom’. Het gaat om 55% van de vso-leerlingen die het vso verlaten. Zij gaan bijvoorbeeld aan het werk, gaan naar dagbesteding, of zitten thuis. De andere 45% van de leerlingen die het vso verlaten stroomt door binnen (bekostigd) onderwijs. Dit noemen we ‘doorstroom’.
Uitstroom en doorstroom vso-leerlingen
Er zijn grote verschillen in uitstroom tussen vso-leerlingen die uit het cluster 3 komen en vso-leerlingen die uit het cluster 4 komen. Vanuit cluster 3 verlaat de meerderheid (ca. 85%) het onderwijs, terwijl in cluster 4 minder dan de helft het onderwijs verlaat (ca. 42%). Dit verschil is te verwachten, aangezien leerlingen in cluster 3 een verstandelijke en/of lichamelijke beperking hebben, met weinig perspectief op succes in het vervolgonderwijs. Met de invoering van passend onderwijs wordt het onderscheid tussen cluster 3 en cluster 4 leerlingen niet meer gemaakt. Er wordt nu onderscheid gemaakt naar zwaarte van de ondersteuning.
Doorstroom naar onderwijssoort
De meeste vso-leerlingen die doorstromen naar ander onderwijs, gaan naar het mbo. Jaarlijks gaan bijna duizend leerlingen vanuit het vso naar een mbo-opleiding op niveau 1 (entreeopleiding) en ruim duizend naar een mbo-opleiding op niveau 2. De laatste jaren is een toename zichtbaar van de doorstroom vanuit vso naar mbo niveau 4. In totaal gingen in 2015 ruim 3.000 vso-leerlingen naar het mbo. De gerelateerde grafieken tonen per niveau naar welke sector en leerweg deze vso-leerlingen doorstromen. Er is ook een aantal vso-leerlingen, dat na de overstap naar het mbo, na een aantal jaar weer terugstroomt naar het vso. Het gaat hier om 5% van de doorstromers naar mbo.