Studiesucces van vso-leerlingen

Deze thema analyse beschrijft de doorstroom en het studiesucces in het mbo van leerlingen die het  voortgezet speciaal onderwijs (vso), clusters 3 en 4, verlaten.

In het voortgezet onderwijs kunnen leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben naar het voortgezet speciaal onderwijs (vso) gaan. Het gaat bijvoorbeeld om kinderen met een zintuiglijke, lichamelijke en/of verstandelijke beperking, langdurig zieke kinderen of kinderen met gedragsproblemen. Het gaat om ongeveer 40 duizend leerlingen op een totaal van 960 duizend leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Waar gaan leerlingen na het vso naar toe?

Bijna de helft van de leerlingen die het vso verlaten stroomt door naar ander onderwijs, zoals het reguliere vo, naar het mbo of naar het hoger onderwijs. Verhoudingsgewijs stromen de meeste leerlingen door naar het mbo. Over studiesucces van vso-leerlingen in het mbo is nog weinig bekend. Deze thema-analyse geeft een eerste verkenning van het succes van de leerlingen die vanuit de clusters 3 en 4 van het vso doorstromen naar mbo. Daarbij staan twee vragen centraal:

Toelichting clusters vso:

Cluster 3 is het onderwijs voor leerlingen met een verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking of een chronische ziekte, of een combinatie van beperkingen (verstandelijk en lichamelijk). Cluster 4 is onderwijs voor leerlingen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen of een psychiatrisch probleem. Sinds de invoering van passend onderwijs is het onderscheid tussen cluster 3 en 4 komen te vervallen. Er wordt onderscheid gemaakt naar zwaarte van de ondersteuning. Clusters 1 en 2 zijn in deze analyse niet meegenomen. In deze clusters zitten leerlingen die blind, slechtziend, doof of slechthorend zijn, of ernstige spraak- en taalmoeilijkheden hebben. Het aantal leerlingen in clusters 1 en 2 is veel kleiner dan het aantal leerlingen in clusters 3 en 4. Ongeveer 7% van de vso-leerlingen volgt vso cluster 1 of 2 onderwijs.

De belangrijkste uitkomsten van deze thema-analyse zijn:

Doorstroom:

  • Vijfenveertig procent van de vso-verlaters stroomt door naar ander onderwijs en gaan dan meestal naar het mbo. De economische en de technische sectoren zijn het populairst.

Studiesucces:

  • Van de vso-leerlingen die in 2011 in het mbo instroomden heeft 62% in 2015 een diploma. Dit is meestal een diploma op niveau 1 of 2.
  • Een groot deel van de vso-leerlingen haalt in het mbo een diploma op een hoger niveau dan waarop zij instromen in het mbo. Dit kan bijvoorbeeld door stapelen van diploma’s binnen het mbo.

Vso-leerlingen doen gemiddeld iets langer over het behalen van een mbo 1 of 2-diploma dan alle instromers in mbo 1 en mbo 2.