Actuele tekorten in het middelbaar beroepsonderwijs
Bij de vraag hoeveel docenten en instructeurs in de komende jaren nodig zijn in het middelbaar beroepsonderwijs speelt het aantal studenten een belangrijke rol. Maar er is nog een aantal factoren van belang, zoals:
- Het onderdeel dat gegeven wordt: een deel van de docenten is afkomstig van dezelfde lerarenopleidingen als in het voortgezet onderwijs, maar voor veel mbo-opleidingen en opleidingsonderdelen bestaan geen specifieke lerarenopleidingen.
- De open arbeidsmarkt: er is veel uitwisseling tussen onderwijs en beroepspraktijk/bedrijfsleven. Dit betekent dat de algehele arbeidsmarktkrapte ook het mbo raakt.
De afgelopen jaren waren er wel ramingen voor toekomstige (extra) tekorten bekend, maar was er geen zicht op de actuele tekorten aan docenten in het middelbaar beroepsonderwijs. Een registratie van de personeelstekorten is echter complex: inzicht in het actuele tekort is alleen mogelijk door instellingen te vragen om de tekorten te registreren en vraagt om heldere definities om verschil in interpretatie te voorkomen.
Werkwijze
Na de pilot in 2023 en de eerste meting in 2024 is een tweede tekortmeting in het najaar van 2025 in het mbo gehouden. De pilotmeting is bij drie instellingen gehouden, waarbij zowel de procedures als de vragenlijsten zijn aangescherpt voor een betere fit met de situatie in het mbo.
De meting is verricht met behulp van online vragenlijsten waarin onderwijsteams in het mbo naar de tekorten op peildatum 1 oktober 2025 is gevraagd. In deze editie is de vragenlijst ingekort om de invullast te reduceren. Dit is gedaan door vragen over instructeurs te schrappen en verborgen tekorten minder gedetailleerd uit te vragen.
Respons en gevolgen voor duiding van cijfers
De respons, gemeten in studentenaantallen die onderwijs krijgen van de onderwijsteams, is 40%. Dat is voldoende om met een slag om de arm landelijk geldende uitspraken te doen. Op basis van deze respons kunnen niet alle uitsplitsingen worden gemaakt: regionale verdelingen kunnen niet worden gemaakt door beperkte of afwezige respons in Groningen, Drenthe en Zeeland.
De uitvraag naar tekorten in het mbo levert niet zulke zekere cijfers op als in het po en vo. Dat is te wijten aan de respons, die weer deels te maken zal hebben met de wat ingewikkeldere structuur van de mbo-instellingen. Het is lastig de juiste persoon voor het invullen van de uitvraag te bereiken. Ook is er een regionale bias in de respons. Toch levert het onderzoek waardevolle informatie op.
Schatting landelijke tekorten aan docenten
| Type en sub-type | Percentage |
|---|---|
| Regulier, Openstaand | 1,40% |
| Regulier, Verborgen | 1,10% |
| Vervanging, Openstaand | 0,70% |
| Vervanging, Verborgen | 0,60% |
Het tekort aan docenten in het mbo bedraagt bij de deelnemers aan het onderzoek 3,9%. Vanwege de wat lage respons is hier een betrouwbaarheidsinterval voor uitgerekend. Met 95% zekerheid kan worden gezegd dat het werkelijke landelijke tekortenpercentage in het mbo tussen 3,2% en 4,5% ligt.
Het aantal werkende docenten is ongeveer 26.900 fte (peildatum 1 oktober 2024, DUO). Als we dit terugrekenen komen we met 95% betrouwbaarheid uit op een landelijk tekort aan docenten tussen 900 en 1.300 fte.