Research en development personeel als aandeel van de werkzame bevolking
Om de omvang van het personeel werkzaam in Research & Development (R&D), en de onderzoekers daarbinnen, in perspectief te zetten, maken we een internationale vergelijking van het aandeel ervan binnen de werkzame bevolking.. Daarnaast maken we inzichtelijk welk deel van het R&D-personeel werkzaam is in bedrijfsleven, het hoger onderwijs en bij publieke onderzoeksinstellingen.
R&D-personeel
Land | Overig RenD-personeel | Onderzoekers |
---|---|---|
BEL | 9,2 | 16,4 |
DEN | 5,6 | 16,8 |
FIN | 4,8 | 16,8 |
KOR | 4,2 | 17,3 |
OOS | 7,4 | 13,5 |
ZWE | 2,3 | 17,2 |
NED | 7,3 | 11,5 |
NOO | 4,6 | 13,8 |
ZWI | 7,6 | 10,2 |
DUI | 6,9 | 10,8 |
FRA | 5,2 | 11,4 |
VK | 5,4 | 10,1 |
CAN | 4,3 | 10,9 |
EU-27 | 5,3 | 9,8 |
SIN | 1,9 | 12,5 |
IER | 3,9 | 10,4 |
JAP | 3,3 | 10,2 |
SPA | 5 | 8,2 |
ITA | 6,2 | 6,5 |
CHI | 5,7 | 4,1 |
Nederland zit in 2023 boven het EU-gemiddelde, zowel wat betreft het totale R&D-personeel als onderzoekers. België heeft in 2023 het grootste aandeel R&D-personeel (onderzoekers en overig R&D-personeel samen) per 1000 personen werkzame bevolking. Denemarken, Finland en Zuid-Korea volgen. Zuid-Korea en Zweden hebben het grootste aandeel onderzoekers.
De achterliggende data tonen sinds 2013 een toename voor het merendeel van de landen in zowel het aandeel R&D-personeel als het aandeel onderzoekers. Landen met een sterke groei van het totale R&D-personeel zijn bijvoorbeeld België, Zuid-Korea, Polen, Griekenland en China. Het aandeel onderzoekers neemt sterk toe in onder meer China, België en Zuid-Korea.
Het aantal onderzoekers per 1.000 personen lag in Nederland in 2011 nog onder het OESO-gemiddelde. In 2019 ligt het één procentpunt boven het OESO-gemiddelde (er is geen OESO-gemiddelde beschikbaar voor 2020 en verder). Het promille onderzoekers in Nederland in 2023 ligt ruim 1,5 procentpunten boven het gemiddelde voor de EU-27 landen.
Sinds 2013 is het aandeel onderzoekers in Nederland sterker gestegen dan in een aantal andere landen. Dit is vooral dankzij een toename van het aantal onderzoekers in de bedrijvensector. Nederland komt in 2023 op de 9e plaats uit.
R&D-personeel naar sector
Land | Bedrijven | Hoger onderwijs | Researchinstellingen | Private non-profit |
---|---|---|---|---|
CHI | 79% | 12% | 9% | 0% |
KOR | 75% | 16% | 7% | 2% |
ZWE | 74% | 20% | 6% | 0% |
NED | 73% | 22% | 5% | 0% |
OOS | 69% | 24% | 6% | 1% |
BEL | 69% | 23% | 8% | 1% |
JAP | 68% | 24% | 7% | 1% |
CAN | 66% | 28% | 6% | 0% |
DUI | 65% | 20% | 12% | 3% |
EU-27 | 60% | 27% | 11% | 1% |
FRA | 60% | 28% | 10% | 2% |
ZWI | 59% | 39% | 1% | 0% |
FIN | 59% | 32% | 8% | 1% |
DEN | 59% | 37% | 3% | 0% |
IER | 57% | 39% | 4% | 1% |
ITA | 56% | 29% | 13% | 2% |
VK | 56% | 39% | 3% | 2% |
NOO | 55% | 32% | 13% | 0% |
SIN | 54% | 28% | 18% | 0% |
SPA | 48% | 35% | 17% | 0% |
In Nederland werkt 73% van het R&D personeel in het bedrijfsleven. Dat is hoger dan het Europese gemiddelde (60%). Alleen in China, Zuid-Korea en Zweden werkt een groter aandeel in het bedrijfsleven. In Nederland werkt 22% van het R&D-personeel werkt aan een instelling voor hoger onderwijs, dit is onder het Europese gemiddelde (27%). Koplopers zijn het VK, Zwitserland en Ierland, daar werkt 39% van het R&D-personeel aan een instelling voor hoger onderwijs. Het aandeel R&D personeel in het bedrijfsleven ligt hier iets onder de 60%, dus vlak onder het Europese gemiddelde. Het aandeel van het R&D personeel dat bij een researchinstelling werkt is kleiner: 5% in Nederland. Met 1% is dit het kleinste in Zwitserland. In Singapore (18%) en Spanje (17%) is dit aandeel relatief groot.
Uit achterliggende data blijkt dat het aandeel R&D-personeel dat werkt in het bedrijfsleven voor Nederland licht is gegroeid sinds 2013. (2%). Zowel het aandeel dat werkt in het hoger onderwijs als het aandeel dat werkt bij een researchinstelling daalt met 1%. In de meeste landen zien we een lichte toename van het aandeel R&D personeel dat in het bedrijfsleven werkt. Een grotere toename van het aandeel werkzaam in het bedrijfsleven zien we in België (12%), het VK (8%) en Canada en Noorwegen (beiden 6%). In deze landen kromp over dezelfde periode vooral het aandeel R&D-personeel werkzaam in het hoger onderwijs. Dit kromp ook in Zweden met 6%. In Zwitserland zien we (tussen 2012 en 2021) juist een groei van 4% in het aandeel werkzaam in het hoger onderwijs, ten koste van het bedrijfsleven.
Onderzoekers naar sector
Land | Bedrijven | Hoger onderwijs | Researchinstellingen | Private non-profit |
---|---|---|---|---|
KOR | 82% | 10% | 6% | 2% |
JAP | 75% | 20% | 4% | 1% |
ZWE | 73% | 22% | 5% | 0% |
NED | 71% | 24% | 5% | 0% |
OOS | 64% | 29% | 7% | 1% |
CAN | 63% | 32% | 4% | 0% |
BEL | 62% | 28% | 9% | 1% |
DUI | 62% | 25% | 11% | 2% |
FRA | 61% | 28% | 9% | 2% |
FIN | 60% | 31% | 8% | 1% |
CHI | 59% | 25% | 16% | 0% |
DEN | 58% | 38% | 3% | 0% |
EU-27 | 56% | 32% | 10% | 1% |
NOO | 54% | 34% | 11% | 0% |
SIN | 54% | 31% | 15% | 0% |
ZWI | 49% | 50% | 1% | 0% |
IER | 47% | 48% | 3% | 1% |
ITA | 43% | 38% | 16% | 3% |
VK | 42% | 54% | 2% | 2% |
SPA | 41% | 45% | 14% | 0% |
Van de onderzoekers werkt in Nederland 71% in het bedrijfsleven, 24% in het hoger onderwijs en 5% aan een researchinstelling. Het aandeel onderzoekers dat in het bedrijfsleven werkt is hoog, vergeleken met het gemiddelde van de 27 EU-lidstaten (56%). Dit is alleen hoger in Zuid-Korea (82%), Japan (75%) en Zweden (73%). In Italië, het VK en Spanje is dit aandeel het laagste.
Sinds 2013 is het aandeel onderzoekers dat in het bedrijfsleven werkt voor Nederland met 3% gegroeid. Het aandeel dat werkzaam is in het hoger onderwijs nam met 1% af, het aandeel werkzaam bij een researchinstelling met 2%. In de meeste landen zien we een vergelijkbare toename van het aandeel onderzoekers dat in het bedrijfsleven werkt. Een grotere toename van het aandeel werkzaam in het bedrijfsleven zien we in België (11%), Noorwegen (7%), Canada, Zweden en Italië (alle drie 6%). In deze landen kromp over dezelfde periode vooral het aandeel R&D-personeel werkzaam in het hoger onderwijs.