Publiek vertrouwen in de wetenschap
Deze indicator geeft weer in welke mate Nederlandse burgers vertrouwen hebben in ‘de wetenschap’ en in andere instituties (rechtspraak, Tweede Kamer, kranten, regering, televisie, vakbonden en grote ondernemingen).
Maatschappelijke impact is een belangrijk doel van onderzoek. Het vertrouwen in de wetenschap geeft een indicatie van de mate waarin burgers ontvankelijk zijn voor wetenschappelijke inzichten. Het publiek vertrouwen is daarmee voorwaardelijk voor maatschappelijke impact.
Het vertrouwen in ‘de wetenschap’ en andere instituties wordt gemeten door het Rathenau Instituut, dat sinds 2012 in enquêtes onder een steekproef van Nederlandse burgers uitvraagt of zij hun vertrouwen in verschillende instituties uit kunnen drukken op een schaal van 1 (geen enkel vertrouwen) tot 10 (alle vertrouwen).
De grafiek toont het vertrouwen in instituties (wetenschap, rechtspraak, Tweede Kamer, kranten, regering, televisie, vakbonden en grote ondernemingen) tussen 2012 en 2025. Het vertrouwen wordt per instituut weergegeven en uitgedrukt op een schaal van 1 (geen enkel vertrouwen) tot 10 (alle vertrouwen).
Publiek vertrouwen in instituties
Jaar | Wetenschap | Rechtspraak | Vakbonden | Kranten | Tweede Kamer | Televisie | Grote ondernemingen | Regering |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 7,1 | 6,4 | 5,8 | 5,9 | 5,7 | 5,8 | 5,5 | 5,5 |
2015 | 7 | 6,3 | 5,7 | 5,8 | 5,1 | 5,7 | 5,1 | 4,9 |
2018 | 7,1 | 6,5 | 5,8 | 5,8 | 5,5 | 5,7 | 5,4 | 5,5 |
2021 | 7,4 | 6,9 | 6,1 | 6,1 | 6 | 5,9 | 5,5 | 6 |
2025 | 7,5 | 6,6 | 5,7 | 5,7 | 4,9 | 4,8 | 4,4 | 4,3 |
Van de acht instituties is het vertrouwen in de wetenschap het hoogst met 7,5 in 2025. Op de tweede plaats komt vertrouwen in de rechtspraak, met een gemiddeld vertrouwen van 6,6, gevolgd door de vakbonden, kranten, Tweede Kamer en televisie. Het vertrouwen in grote ondernemingen en de regering is het laagst met respectievelijk 4,4 en 4,3.
Tussen 2012 en 2025 is het vertrouwen in de wetenschap en de rechtspraak gestegen. Voor wetenschap nam het gemiddelde vertrouwen toe van 7,1 in 2012 tot 7,5 in 2025. Het vertrouwen in de rechtspraak nam toe van 6,4 in 2012 tot 6,6 in 2025. Wel is het vertrouwen in de rechtspraak in 2025 iets gedaald ten opzichte van 2021 (-0,3).
Voor de meeste andere instituties is er een daling te zien in het gemiddelde vertrouwen ten opzichte van 2012, ondanks een initiële stijging in het vertrouwen in de periode 2015 - 2021. Deze daling is het meest uitgesproken voor de grote ondernemingen en de regering. Het vertrouwen in de grote ondernemingen daalde van 5,5 in 2012 naar 4,4 in 2025. Het vertrouwen in de regering daalde van 5,5 in 2012 naar 4,3 in 2025. De stijging in het vertrouwen in instituties in 2021 hangt mogelijk (deels) samen met de coronapandemie.