Totale uitgaven aan (pre)primair onderwijs
De overheid, bedrijven en huishoudens geven geld uit aan scholen voor (pre)primair onderwijs of voor het (laten) volgen van (pre)primair onderwijs.
Hieronder staan de uitgaven van iedere economische sector en de ontwikkeling in de totale uitgaven aan (pre)primair onderwijs. Daarnaast worden de uitgaven aan scholen voor (pre)primair onderwijs beschreven, met onder ‘Gerelateerde grafieken’ de uitgaven aan scholen per leerling.
Totale uitgaven aan (pre)primair onderwijs
Periode | Overheid | Huishoudens | Bedrijven |
---|---|---|---|
2000 | 6,7 | 0,2 | 0 |
2005 | 9,5 | 0,2 | 0 |
2010 | 10,9 | 0,2 | 0 |
2015 | 10,7 | 0,4 | 0,1 |
2018 | 11,6 | 0,4 | 0,1 |
2019 | 12,2 | 0,5 | 0,1 |
2020 | 12,9 | 0,4 | 0,1 |
2021** | 14,1 | 0,5 | 0,1 |
2022* | 16 | 0,6 | 0,1 |
In Nederland wordt het (pre)primair onderwijs bijna geheel door de overheid bekostigd. Huishoudens betalen daarnaast voor (pre)primair onderwijs aan particuliere en internationale scholen, de educatieve dagbesteding van driejarige kinderen in kinderopvang en peuterspeelzaal, ouderbijdragen en Cito-trainingen. In 2022 gaven huishoudens 571 miljoen euro uit aan (pre)primair onderwijs. Bedrijven dragen financieel bij aan de educatieve dagbesteding in de kinderopvang voor driejarige kinderen van werkende ouders.
Ontwikkeling totale uitgaven aan (pre)primair onderwijs
Periode | Lopende prijzen | Prijspeil 2000 |
---|---|---|
2000 | 6,8 | 6,8 |
2001 | 7,7 | 7,4 |
2002 | 8,5 | 7,9 |
2003 | 9,3 | 8,4 |
2004 | 9,3 | 8,3 |
2005 | 9,6 | 8,5 |
2006 | 9,8 | 8,4 |
2007 | 9,9 | 8,3 |
2008 | 10,5 | 8,6 |
2009 | 11 | 9 |
2010 | 11,2 | 9,1 |
2011 | 11,3 | 9,1 |
2012 | 11,3 | 9 |
2013 | 11,5 | 9,1 |
2014 | 11,1 | 8,7 |
2015 | 11,1 | 8,7 |
2016 | 11,2 | 8,7 |
2017 | 11,5 | 8,8 |
2018 | 12,1 | 9,1 |
2019 | 12,8 | 9,2 |
2020 | 13,4 | 9,6 |
2021** | 14,6 | 10,1 |
2022* | 16,7 | 10,9 |
In 2022 is in totaal 16,7 miljard euro uitgegeven aan (pre)primair onderwijs. Ook uitgedrukt in prijzen van het jaar 2000 zijn de uitgaven in 2022 hoger dan in 2021 (824 miljoen euro hoger). In 2021 en vooral 2022 stijgen de uitgaven aan (pre)primair onderwijs sterk als gevolg van de overheidsuitgaven in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Het NPO heeft als doel leervertragingen als gevolg van het thuisonderwijs en scholensluitingen tijdens de Corona-epidemie in te halen en het onderwijs te verbeteren.
Uitgaven aan scholen in het (pre)primair onderwijs
Periode | Totale uitgaven aan onderwijsinstellingen |
---|---|
2000 | 6,7 |
2001 | 7,6 |
2002 | 8,4 |
2003 | 9,2 |
2004 | 9,2 |
2005 | 9,5 |
2006 | 9,6 |
2007 | 9,7 |
2008 | 10,3 |
2009 | 10,8 |
2010 | 10,9 |
2011 | 10,7 |
2012 | 10,7 |
2013 | 11 |
2014 | 10,6 |
2015 | 10,7 |
2016 | 10,7 |
2017 | 11 |
2018 | 11,5 |
2019 | 12,1 |
2020 | 12,7 |
2021** | 13,9 |
2022* | 15,9 |
De uitgaven in het (pre)primair onderwijs zijn voor het grootste deel uitgaven aan onderwijsinstellingen. In 2022 zijn deze uitgaven bijna 2 miljard euro hoger dan in 2021. In 2021 en vooral 2022 stijgen de uitgaven aan onderwijsinstellingen sterk als gevolg van de overheidsuitgaven in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO).
Periode | Uitgaven aan onderwijsinstellingen per leerling |
---|---|
2000 | 3981 |
2001 | 4496 |
2002 | 4974 |
2003 | 5419 |
2004 | 5416 |
2005 | 5623 |
2006 | 5705 |
2007 | 5765 |
2008 | 6120 |
2009 | 6442 |
2010 | 6533 |
2011 | 6536 |
2012 | 6625 |
2013 | 6875 |
2014 | 6751 |
2015 | 6841 |
2016 | 6945 |
2017 | 7215 |
2018 | 7703 |
2019 | 8109 |
2020 | 8570 |
2021** | 9370 |
2022* | 10794 |
Sinds 2009 daalt het aantal leerlingen in het (pre)primair onderwijs. In 2022 zijn de uitgaven aan scholen per leerling 10.794 euro. In 2021 en vooral 2022 stijgen de uitgaven aan scholen per leerling als gevolg van de overheidsuitgaven in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO).