Effecten coronapandemie op schooladviezen
De eindtoets is een belangrijk instrument als het gaat om het bevorderen van kansengelijkheid. Als het toetsadvies hoger uitvalt dan het schooladvies, heeft een leerling recht op een heroverweging van het schooladvies. Op basis hiervan kan het schooladvies bijgesteld worden. Als het toetsadvies lager uitvalt dan het schooladvies, is het niet mogelijk om het schooladvies naar beneden bij te stellen. Dan blijft het oorspronkelijke schooladvies het eindresultaat voor de leerling. Vanwege de coronapandemie zijn in schooljaar 2019-2020 de basisscholen tijdelijk gesloten geweest en is de eindtoets vervallen, ook in schooljaar 2020-2021 zijn de basisscholen tijdelijk gesloten geweest, maar is de eindtoets wel gemaakt. Op deze pagina tonen we wat de effecten zijn van schoolsluitingen en het wegvallen van de eindtoets in schooljaar 2019-2020 op de schooladviezen.
Voor het volledige onderzoek, zie ook: Rapport wegvallen eindtoets | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
Ontwikkeling gemiddelde schooladviezen en definitieve adviezen
Periode | Gemiddeld advies | Gemiddeld definitief advies |
---|---|---|
2011 | 7,91 | 7,91 |
2012 | 7,85 | 7,85 |
2013 | 7,8 | 7,8 |
2014 | 7,75 | 7,8 |
2015 | 7,8 | 7,9 |
2016 | 7,9 | 8,01 |
2017 | 7,9 | 8,01 |
2018 | 7,84 | 7,97 |
2019 | 7,79 | 7,79 |
2020 | 7,88 | 8,01 |
In schooljaar 2020-2021 zijn de schooladviezen ondanks de tijdelijke schoolsluitingen vergelijkbaar met de jaren vóór de coronapandemie. Het oorspronkelijke schooladvies is dit schooljaar zelfs iets hoger dan in de jaren vóór de coronapandemie, mogelijk doordat veel scholen de oproep tot kansrijk adviseren hebben opgevolgd. Door het wegvallen van de eindtoets zijn de gemiddelde definitieve adviezen in het schooljaar 2019-2020 lager dan voorgaande jaren. Dit komt door het wegvallen van de mogelijkheid op bijstelling van het schooladvies: bij een hoger eindtoetsadvies dient een leerkracht het oorspronkelijke schooladvies te heroverwegen en eventueel naar boven bij te stellen.
Hieronder bekijken we hoe vaak heroverwegingen en bijstellingen voorkomen en welke groepen leerlingen hier het meeste baat bij hebben. Voor schooljaar 2019-2020 zijn er geen heroverwegingen en bijstellingen i.v.m. het wegvallen van de eindtoets.
Ontwikkeling aandeel heroverwegingen
Periode | % heroverweging |
---|---|
2015 | 34,77 |
2016 | 33,23 |
2017 | 33,39 |
2018 | 41,24 |
2020 | 36,84 |
Deze grafiek laat zien hoeveel procent van de schooladviezen de afgelopen schooljaren moest worden heroverwogen. In het schooljaar 2020-2021 is dit aandeel iets gezakt, mogelijk doordat wegens het kansrijk adviseren al meer leerlingen een passend voorlopig schooladvies hadden ontvangen. In schooljaar 2018-2019 is het aandeel heroverwegingen sterk gestegen. Dat is een automatisch gevolg van het beleid dat eindtoetsen vanaf dat schooljaar alleen nog rapporteren in vijf brede toetsadviezen en het enkelvoudige toetsadvies vwo. Door deze nieuwe indeling stijgt het aandeel heroverwegingen.
Ontwikkeling aandeel bijstellingen t.o.v. heroverwegingen
Periode | % bijstellingen t.o.v. heroverwegingen |
---|---|
2015 | 19,6 |
2016 | 23,36 |
2017 | 23,59 |
2018 | 23,33 |
2020 | 26,82 |
Het aandeel van de heroverwegingen dat leidt tot een bijstelling is het afgelopen schooljaar ligt gestegen. Dat is positief, aangezien meer leerlingen zo vervolgonderwijs dat aansluit bij hun potentie kunnen volgen.
Aandeel bijstellingen t.o.v. heroverwegingen naar stedelijkheid
Stedelijkheid | 2016 | 2017 | 2018 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Niet stedelijk | 19,66 | 18,38 | 17,73 | 21,32 |
Weinig stedelijk | 18,56 | 18,36 | 18,17 | 21,19 |
Matig stedelijk | 22,42 | 20,55 | 20,92 | 24,42 |
Sterk stedelijk | 23,15 | 23,12 | 23,25 | 27,12 |
Zeer sterk stedelijk | 33,28 | 37,01 | 34,66 | 38,05 |
Bij leerlingen in minder stedelijke gebieden ligt het aandeel heroverwegingen hoger dan bij leerlingen in sterk stedelijke gebieden. Voor bijstellingen is het beeld omgekeerd, leerlingen in sterk stedelijke gebieden krijgen vaker een bijgesteld advies. Met name leerlingen in zeer sterk stedelijke gebieden ontvangen vaker een bijstelling zoals is te zien in bovenstaand figuur.
Aandeel heroverwegingen naar achterstandsgroep
Achterstandsgroep | 2017 | 2018 | 2020 |
---|---|---|---|
Leerling met achterstand | 39,64 | 53,73 | 47,23 |
Leerling met lichte achterstand | 40,55 | 51,88 | 45,11 |
Gemiddelde leerling | 35,64 | 43,59 | 39,28 |
Leerling met lichte voorsprong | 27,67 | 32,33 | 30,21 |
Leerling met voorsprong | 18,72 | 21,12 | 21,22 |
Leerlingen met een achterstand (lagere sociaal economische status) hebben relatief meer dan 2 maal zo vaak recht op een heroverweging dan leerlingen met een voorsprong. Naarmate leerlingen meer achterstand hebben, worden ze vaker onderschat bij het schooladvies.
Aandeel bijstellingen t.o.v. heroverwegingen naar achterstandsgroep
Achterstandsgroep | 2017 | 2018 | 2020 |
---|---|---|---|
Leerling met achterstand | 30,5 | 27,39 | 32,13 |
Leerling met lichte achterstand | 21,88 | 21,17 | 24,48 |
Gemiddelde leerling | 21,45 | 21,58 | 24,31 |
Leerling met lichte voorsprong | 22,88 | 24,69 | 27,32 |
Leerling met voorsprong | 26,34 | 26,59 | 31,39 |
Het is echter niet zo dat de adviezen ook vaker worden bijgesteld naarmate leerlingen meer achterstand hebben. Uitgezonderd de groep met (de grootste) achterstand, worden de adviezen zelfs relatief vaker bijgesteld naarmate leerlingen meer voorsprong hebben zoals is te zien in bovenstaand figuur. Doordat leerlingen met achterstand vaker recht hebben op een heroverweging, wordt het schooladvies van leerlingen met achterstand in totaal vaker bijgesteld dan dat van leerlingen met voorsprong.
Aandeel bijstellingen t.o.v. heroverwegingen naar geslacht
Geslacht | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2020 |
---|---|---|---|---|---|
jongens | 19,09 | 23,06 | 22,88 | 22,69 | 26,05 |
meisjes | 20,08 | 23,63 | 24,26 | 23,92 | 27,53 |
Meisjes hebben iets vaker recht op een heroverweging dan jongens. Zoals in bovenstaande figuur is te zien, kregen de afgelopen schooljaren meisjes ook iets vaker een bijstelling dan jongens.
Plaatsing VO
Plaatsing | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Hoger dan advies | 20,88 | 21,34 | 22,36 | 21,43 |
Gelijk aan advies | 49,14 | 48,78 | 49,06 | 49,24 |
Lager dan advies | 12,2 | 12,43 | 11,51 | 12,79 |
Onbekend | 17,78 | 17,45 | 17,07 | 16,54 |
In het schooljaar volgend op het wegvallen van de eindtoets zijn meer leerlingen op een hoger niveau en minder leerlingen op een lager niveau in het vo geplaatst dan hun schooladvies eind schooljaar 2019-2020 aangaf. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat vo-scholen er rekening mee hebben gehouden dat door het wegvallen van de eindtoets leerlingen over het algemeen lagere adviezen kregen. Dit zouden ze mogelijk hebben proberen te compenseren. Hoewel in schooljaar 2020-2021 meer leerlingen op een hoger niveau dan hun schooladvies in het vo zijn geplaats, zijn leerlingen gemiddeld genomen wel lager geplaatst dan in voorgaande schooljaren. Het negatieve effect van de lagere schooladviezen door het wegvallen van de eindtoets is dus niet volledig weggenomen door hogere plaatsing in het vo. Hierdoor hebben minder leerlingen een kans gekregen om op een hoger niveau te starten dan voorgaande schooljaren. In het huidige schooljaar, zijn er weer minder leerlingen boven hun advies geplaatst, vergelijkbaar met de schooljaren vóór de coronapandemie. Dit komt omdat het gemiddelde advies zich heeft hersteld naar het niveau vóór het de coronapandemie, mogelijk door kansrijk adviseren, waardoor ook de plaatsing percentages weer zijn genormaliseerd.