Deelnemers niet-bekostigd onderwijs
Niet-bekostigd onderwijs wordt niet gesubsidieerd door de ministeries van OCW en EZ. De kosten van de opleiding komen voor rekening van degene die de opleiding volgt, van de werkgever of van de uitkeringsinstantie. Bij niet-bekostigd onderwijs kan worden gedacht aan opleidingen aan een particulier instituut, schriftelijke cursussen of bedrijfsopleidingen. Voorbeelden zijn taalcursussen of een havo/vwo-opleiding aan een particulier instituut.
In onderstaande figuur is te zien hoeveel personen een cursus of opleiding volgden in het niet-bekostigd onderwijs. Per kalenderjaar is de deelname per leeftijdsgroep in beeld gebracht.
Niet-bekostigd onderwijs, deelnemers naar leeftijd, 2021-2023
Periode | 17 tot 25 jaar | 25 tot 35 jaar | 35 tot 45 jaar | 45 tot 55 jaar | 55 tot 65 jaar |
---|---|---|---|---|---|
2021 | 144 | 600 | 549 | 566 | 428 |
2022 | 143 | 580 | 547 | 552 | 442 |
2023* | 159 | 570 | 566 | 554 | 447 |
In 2023 volgden 2,3 miljoen personen van 17 tot 65 jaar een opleiding in het niet-bekostigd onderwijs. Niet-bekostigd onderwijs wordt vooral gevolgd door mensen tussen de 25 en 55 jaar. Jongeren onder de 25 jaar volgen vooral bekostigd onderwijs.