Arbeidsmarktpositie van studenten uitgestroomd uit het voltijd wetenschappelijk onderwijs
Meer dan 63.000 wo-studenten verlieten na schooljaar 2019/2020 het onderwijs. Daarvan hadden er bijna 54.000 een diploma en ruim 9.000 geen diploma. De arbeidsmarktpositie van studenten die uitstromen uit het wetenschappelijk onderwijs (wo) wordt jaarlijks in kaart gebracht.
Van de wo-uitstromers die de voltijd opleiding (inclusief duaal) hebben gevolgd wordt weergegeven of ze direct na uitstroom in oktober werk of een uitkering of een combinatie van beide hebben.
In de eerste figuur wordt een tijdreeks gegeven met het aandeel studenten dat direct na het verlaten van de opleiding (in oktober) een betaalde baan heeft, waarbij onderscheid gemaakt wordt in studenten met én zonder diploma. In de gerelateerde figuur wordt de tijdreeks gegeven voor het aandeel met een uitkering. In beide figuren zijn de internationale studenten in de groep wo-uitstromers meegenomen.
Het aandeel internationale studenten (studenten met een niet-Nederlandse nationaliteit en een niet-Nederlandse vooropleiding) van de wo-uitstromers is gestegen van 14,0% in 2008 naar 31,8% in 2020. Internationale studenten die na hun studie uit Nederland vertrekken, schrijven zich niet altijd (direct) uit bij de Basisregistratie Personen (BRP). Dit kan leiden tot een overschatting van het aantal wo-uitstromers zonder werk en zonder uitkering. Voor een goed beeld van de ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie wordt daarom aangeraden om alleen naar de niet-internationale studenten te kijken. In de tweede en derde gerelateerde figuur worden dan ook de wo-uitstromers met werk of een uitkering getoond exclusief de internationale studenten.
In de volgende figuren en gerelateerde grafieken wordt de arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijdstudenten per studierichting, opleiding en diploma weergegeven. Cijfers over deeltijdstudenten, internationale studenten en ongediplomeerden zijn te vinden op StatLine (zie link onder 'Zie ook').
Aandeel met werk van voltijd wo'ers direct na uitstroom, naar wel/geen diploma
% met werk, totaal | % met werk, met diploma | % met werk, zonder diploma | |
---|---|---|---|
2011 | 75,1 | 77,9 | 64,7 |
2012 | 73,4 | 75,9 | 62,8 |
2013 | 70,9 | 74,0 | 56,4 |
2014 | 72,7 | 75,7 | 56,7 |
2015 | 74,2 | 76,7 | 59,8 |
2016 | 75,1 | 77,2 | 62,9 |
2017 | 76,1 | 78,1 | 64,5 |
2018 | 78,0 | 80,0 | 66,6 |
2019 | 77,0 | 79,2 | 64,9 |
2020 | 75,8 | 78,0 | 60,5 |
In 2020 had 75,8% van de wo-ers direct na uitstroom werk. Dit is iets lager dan een jaar eerder. Het aandeel werkenden steeg voorheen juist, van 70,9% in 2013 naar 78% in 2018. Het grootste deel van de uitstromers verlaat het wo met diploma (85% in 2020). Van de uitstromers met diploma lag het percentage dat werkte met 78% iets lager dan een jaar eerder. Degenen die het wo zonder diploma verlieten hadden aanzienlijk minder vaak werk. In 2014 was het verschil tussen gediplomeerden en ongediplomeerden 19%-punt. Daarna werd het verschil kleiner, 13,4%-punt in 2018. In 2020 is dit verschil weer toegenomen tot 17,5%-punt.
% met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma | |
---|---|---|---|
2011 | 3,5 | 2,9 | 5,8 |
2012 | 4,1 | 3,6 | 6,2 |
2013 | 4,4 | 4,0 | 6,5 |
2014 | 4,1 | 3,6 | 6,9 |
2015 | 3,6 | 3,2 | 6,0 |
2016 | 3,4 | 2,9 | 6,1 |
2017 | 2,8 | 2,4 | 5,5 |
2018 | 2,5 | 2,1 | 5,1 |
2019 | 2,3 | 1,8 | 4,7 |
2020 | 5,5 | 5,2 | 8,2 |
De meeste wo'ers gaan na hun studie aan het werk. Een kleine minderheid heeft direct na de studie een uitkering (met of zonder werk), in 2011 was dat 3,5%. Na 2011 is het aandeel uitgestroomde wo'ers met een uitkering gestegen tot 4,4% in 2013. Daarna is het gedaald tot 2,3% in 2019. In 2020 is het aandeel met een uitkering gestegen naar 5,5%. Van degenen die het wo zonder diploma verlieten was het percentage met een uitkering hoger dan bij studenten met een diploma. Het verschil tussen deze beide groepen schommelt door de jaren heen rond de 3%-punt.
% met werk, totaal | % met werk, met diploma | % met werk, zonder diploma | |
---|---|---|---|
2011 | 79,2 | 81,9 | 69,3 |
2012 | 77,5 | 80,0 | 67,4 |
2013 | 76,3 | 78,7 | 64,5 |
2014 | 77,5 | 80,1 | 62,9 |
2015 | 78,2 | 80,4 | 65,1 |
2016 | 78,6 | 80,4 | 67,7 |
2017 | 79,6 | 81,3 | 69,4 |
2018 | 81,4 | 82,9 | 71,9 |
2019 | 82,0 | 83,4 | 73,6 |
2020 | 82,8 | 84,1 | 72,3 |
Het aandeel internationale studenten van de wo-uitstromers is in 2020 toegenomen tot 31,8%. Het aantal niet-internationale wo-uitstromers bedroeg in 2020 ruim 43.000 studenten. Sinds de recessie eind 2008 is het percentage werkenden gedaald tot 76,3% in 2013. Daarna is weer een stijgende lijn zichtbaar. In 2020 had 82,8% van de wo'ers direct na uitstroom werk. Bij het aandeel werkenden inclusief de internationale studenten is een dalende trend zichtbaar vanaf 2018.
Van de ruim 38.000 gediplomeerde niet-internationale uitstromers heeft 84,1% in oktober 2020 direct na uitstroom werk (met of zonder uitkering). Ten opzichte van het aandeel gediplomeerde werkenden in 2013 is dit een stijging van 5,4%-punt. Degenen die het wo zonder diploma verlieten hadden aanzienlijk minder vaak werk. Sinds de recessie eind 2008 is het aandeel ongediplomeerden met direct werk direct na uitstroom gedaald tot 62,9% in 2014. Daarna steeg het aandeel werkenden tot 73,6% in 2019. In 2020 daalt dit weer iets, naar 72,3%.
% met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma | |
---|---|---|---|
2011 | 3,7 | 3,1 | 6,3 |
2012 | 4,4 | 3,9 | 6,7 |
2013 | 4,9 | 4,4 | 7,5 |
2014 | 4,5 | 3,9 | 7,8 |
2015 | 3,9 | 3,4 | 6,6 |
2016 | 3,6 | 3,1 | 6,6 |
2017 | 3,0 | 2,5 | 5,9 |
2018 | 2,7 | 2,2 | 5,7 |
2019 | 2,5 | 2,0 | 5,4 |
2020 | 6,3 | 5,8 | 9,9 |
Het aandeel internationale studenten van de wo-uitstromers is in 2020 toegenomen tot 31,8%. Het aantal niet-internationale wo-uitstromers bedroeg in 2020 ruim 43.000 studenten, waarvan ruim 38.000 gediplomeerden. Van de gediplomeerde niet-internationale wo-uitstromers heeft een kleine minderheid direct na de studie een uitkering (met of zonder werk). Na de recessie in 2008 is het aandeel uitgestroomde niet-internationale wo'ers met een uitkering gestegen tot 4,9% in 2013. Hierna is het gedaald tot 2,5% in 2019. In 2020 ligt het aandeel weer hoger (5,5%). Het verschil tussen niet-internationale wo-uitstromers en alle wo-uitstromers (inclusief internationale studenten) met een uitkering is toegenomen. Vier jaar op rij was dit verschil 0,2%-punt (2016 tot 2019) en in 2020 is het 0,8%-punt. Het percentage gediplomeerden met een uitkering ligt al jaren lang rond de 3,0%-punt lager dan het aandeel met een uitkering zonder diploma.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd wo'ers direct na uitstroom in oktober 2020, naar studierichting
% alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 75 | 3 | 2 | 20 |
Onderwijs | 91 | 4 | . | 3 |
Landbouw en natuurlijke omgeving | 71 | 2 | 2 | 26 |
Natuur | 73 | 3 | 2 | 22 |
Techniek | 73 | 2 | 1 | 24 |
Gezondheidszorg | 85 | 2 | 1 | 12 |
Economie | 74 | 2 | 2 | 21 |
Recht | 77 | 3 | 3 | 18 |
Gedrag en maatschappij | 76 | 4 | 2 | 17 |
Taal en cultuur | 67 | 6 | 5 | 23 |
Sectoroverstijgend | 58 | 2 | 2 | 38 |
Van de studenten met diploma die uit het wo stroomden in 2020 had 75% in oktober 2020 alleen werk (zonder uitkering). Daarnaast had een klein deel (3%) zowel werk als een uitkering. Studenten uit de richting 'Onderwijs' hadden het vaakst werk (91%), studenten uit de richtingen 'Taal en cultuur' en 'Sectoroverstijgend' hadden het minst vaak werk.
% alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering | |
---|---|---|---|---|
Wo Totaal | 75 | 3 | 2 | 20 |
Wo Bachelor | 66 | 3 | 3 | 28 |
Wo Master | 76 | 3 | 2 | 19 |
Wo Vervolgopleiding | 92 | 3 | 1 | 4 |
Van de gediplomeerde wo'ers die uitstroomden had 75% in oktober 2020 alleen werk (zonder uitkering) en 20% had geen werk en geen uitkering. Voor studenten met een masterdiploma was dit respectievelijk 76% en 19%. Van de ruim 12.000 gediplomeerden met een bacherlordiploma had 66% in oktober 2020 alleen werk, en een relatief groot deel (28%) had geen werk en geen uitkering. Voor een deel zijn dit studenten die een tussenjaar nemen, voordat ze aan een masteropleiding beginnen. Ten opzichte van 2019 is het aandeel met werk (zonder uitkering) voor zowel bachelor- en mastergediplomeerden gedaald.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd wo'ers direct na uitstroom in oktober 2021, naar studierichting (voorlopige cijfers)
% alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 76 | 0 | 1 | 22 |
Onderwijs | 93 | 2 | . | 5 |
Landbouw en natuurlijke omgeving | 72 | . | 1 | 26 |
Natuur | 73 | 0 | 1 | 25 |
Techniek | 75 | 0 | 1 | 24 |
Gezondheidszorg | 82 | 0 | 1 | 17 |
Economie | 78 | 0 | 0 | 21 |
Recht | 80 | 1 | 1 | 18 |
Gedrag en maatschappij | 79 | 1 | 1 | 20 |
Taal en cultuur | 69 | 0 | 2 | 29 |
Sectoroverstijgend | 59 | . | . | 40 |
Van de gediplomeerde voltijd wo'ers die uitstroomden in 2021 was 76% in oktober 2021 aan het werk als werknemer (zonder uitkering). Dit is met 4%-punt gestegen ten opzichte van 2020. Studenten uit de richting 'Onderwijs' hadden het vaakst een baan (93%). Studenten uit de richting 'Sectoroverstijgend' waren het minst vaak werknemer (59%). 22% van de wo-gediplomeerden had in oktober 2021 geen baan en geen uitkering.
% alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering | |
---|---|---|---|---|
Wo Totaal | 76 | 0 | 1 | 22 |
Wo Bachelor | 65 | 0 | 1 | 33 |
Wo Master | 79 | 0 | 1 | 20 |
Wo Vervolgopleiding | 89 | 1 | 0 | 10 |
Van de gediplomeerde voltijd wo'ers die uitstroomden in het studiejaar 2020/2021 was 76% in oktober 2021 aan het werk als werknemer (zonder uitkering). Studenten met een wo-vervolgopleiding vonden het vaakst werk. In oktober 2021 had 89% van hen een baan. Van de wo master-studenten was dit 79%. Bij de bachelor gediplomeerden lag het percentage werknemers het laagst (65%). Een deel van deze groep neemt mogelijk een tussenjaar om daarna aan een masteropleiding te beginnen.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd wo'ers direct na uitstroom (in oktober 2019) en 1 jaar na uitstroom (in oktober 2020), naar soort diploma
% werk, direct na uitstroom | % werk, 1 jaar na uitstroom | % uitkering, direct na uitstroom | % uitkering, 1 jaar na uitstroom | |
---|---|---|---|---|
Wo Totaal | 79 | 91 | 2 | 5 |
Wo Bachelor | 71 | 79 | 2 | 9 |
Wo Master | 80 | 93 | 2 | 5 |
Wo Vervolgopleiding | 93 | 97 | 1 | 6 |
Van de gediplomeerde voltijd wo-studenten die in het jaar 2019 uitstroomden uit het onderwijs had 79% in oktober 2019 werk (met of zonder uitkering). Een jaar later is dit gestegen tot 91%. Van de groep masterstudenten had 80% direct na uitstroom werk. 1 jaar later is dit gestegen tot 93%. De studenten die met een bachelordiploma uitstromen vormen een kleinere groep van de uitstroom. Voor deze studenten geldt dat het percentage direct na uitstroom 71% is en 1 jaar later is gestegen tot 79%. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat alleen gekeken wordt naar de studenten die doorstromen naar de arbeidsmarkt. Studenten die terugstromen in het onderwijs, worden in de telling niet meegenomen. Van de groep studenten met een vervolgopleiding heeft een groot deel direct werk: 93%. 1 jaar later is dat nog verder gestegen naar 97%.
Arbeidsduur van gediplomeerde voltijd wo'ers een jaar na uitstroom in oktober 2020, naar studierichting
% werk | % werk 12 uur of meer per week | % werk 20 uur of meer per week | |
---|---|---|---|
Totaal | 91 | 89 | 88 |
Onderwijs | 97 | 96 | 93 |
Landbouw | 87 | 84 | 82 |
Natuur | 91 | 89 | 88 |
Techniek | 93 | 92 | 91 |
Gezondheidszorg | 95 | 93 | 92 |
Economie | 93 | 91 | 90 |
Recht | 93 | 92 | 91 |
Gedrag en maatschappij | 92 | 90 | 87 |
Taal en cultuur | 85 | 81 | 77 |
Sectoroverstijgend | 66 | 58 | 54 |
Van de in 2019 uitgestroomde gediplomeerde voltijd wo-studenten had 88% in oktober 2020 werk voor minimaal 20 uur per week. Studenten uit de richting 'Onderwijs' en 'Gezondheidszorg' hadden het vaakst een grotere baan. Van de uitstromers uit de richting 'Sectoroverstijgend' werkte 54% 20 uur of meer in de werk. Dit is het minst van alle studierichtingen. Ook is voor deze studierichting het verschil met het percentage dat werk heeft, onafhankelijk van het aantal uren, groter in vergelijking met andere studierichtingen. Relatief veel uitstromers uit deze studierichting werken dus weinig uur in de week.
% werk | % werk 12 uur of meer per week | % werk 20 uur of meer per week | |
---|---|---|---|
Wo Totaal | 91 | 89 | 88 |
Wo Bachelor | 79 | 72 | 69 |
Wo Master | 93 | 92 | 90 |
Wo Vervolgopleiding | 97 | 97 | 96 |
Van de in 2019 uitgestroomde gediplomeerde voltijd wo-studenten had 88% in oktober 2020 werk voor minimaal 20 uur per week. Uitstromers met een diploma van een wo-vervolgopleiding hadden het vaakst een grote baan (96%), gevolgd door uitstromers met een master diploma. Uitstromers met wo bachelor diploma werkten het minst vaak 20 uur of meer in de week (69%).
Aandeel met werk van gediplomeerde voltijd wo'ers een jaar na uitstroom, naar arbeidsduur
% met werk, totaal | % met werk, 12 uur of meer per week | % met werk, 20 uur of meer per week | |
---|---|---|---|
2011 | 89 | 86 | 84 |
2012 | 89 | 86 | 83 |
2013 | 87 | 84 | 81 |
2014 | 87 | 84 | 81 |
2015 | 88 | 85 | 83 |
2016 | 89 | 87 | 84 |
2017 | 90 | 87 | 85 |
2018 | 91 | 89 | 87 |
2019 | 92 | 89 | 88 |
2020 | 91 | 89 | 88 |
Het aandeel van wo-uitstromers dat een jaar na uitstroom werk heeft is in 2020 91%. Dit is een kleine daling na 5 jaren van stijging. Het aandeel wo-uitstromers met een grote baan (minstens 20 uur in de week) is gelijk gebleven ten opzichte van een jaar eerder. Het verschil tussen het aandeel met werk en het aandeel met een grote baan wordt de laatste jaren geleidelijk iets kleiner. Dit betekent dat steeds meer werkenden meer dan 20 uur in de week werken.
% met werk, totaal | % met werk, 12 uur of meer per week | % met werk, 20 uur of meer per week | |
---|---|---|---|
2011 | 92 | 89 | 87 |
2012 | 91 | 88 | 85 |
2013 | 90 | 87 | 83 |
2014 | 90 | 87 | 84 |
2015 | 91 | 88 | 85 |
2016 | 91 | 89 | 86 |
2017 | 92 | 89 | 86 |
2018 | 92 | 90 | 88 |
2019 | 93 | 91 | 89 |
2020 | 93 | 91 | 90 |
In 2019 zijn er bijna 40.000 niet-internationale voltijd wo-studenten met een diploma uitgestroomd. Daarvan had 93% een jaar na uitstroom werk. Het aandeel van wo-uitstromers dat een jaar na uitstroom meer dan 20 uur per week werkt is, na een daling tussen 2011 en 2013, gestegen. 90% van de niet-internationale studenten die in 2019 uit het voltijd wo stroomden had een jaar later werk voor meer dan 20 uur per week. In 2013 was dit nog 83%.