Personeel in het wetenschappelijk onderwijs
Op de Nederlandse universiteiten neemt het aandeel vrouwen onder hoogleraren, universitaire hoofddocenten (UHD's) en universitaire docenten (UD's) sinds 1998 gestaag toe. Mede gezien de huidige verdeling naar leeftijd is het de verwachting dat deze ontwikkeling voorlopig niet stopt.
In de eerste figuur wordt het aandeel vrouwen weergegeven onder hoogleraren, UHD's en UD's sinds 1998. De tweede figuur laat per 31 december 2021 het aandeel vrouwen zien per leeftijdsgroep.
Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten*
Periode | Hoogleraar | Universitair hoofddocent | Universitair docent |
---|---|---|---|
1998 | 5,5 | 7,7 | 20,1 |
1999 | 6,1 | 8,1 | 21,2 |
2000 | 6,5 | 10,4 | 22 |
2001 | 7,2 | 10,9 | 22,4 |
2002 | 8,3 | 13,2 | 23,2 |
2003 | 8,6 | 13,7 | 24,4 |
2004 | 9,5 | 13,7 | 26,9 |
2005 | 9,9 | 15,5 | 27,8 |
2006 | 10,5 | 16,5 | 28,9 |
2007 | 11,2 | 17,1 | 30,1 |
2008 | 11,7 | 18,2 | 31,1 |
2009 | 12,4 | 19,3 | 32 |
2010 | 13,4 | 20,4 | 32,9 |
2011 | 14,8 | 21,5 | 34,1 |
2012 | 15,7 | 22 | 35,3 |
2013 | 16,3 | 24,4 | 36,1 |
2014 | 17,1 | 25,6 | 37 |
2015 | 18,1 | 26,3 | 38,6 |
2016 | 19,3 | 27,5 | 39,3 |
2017 | 20,9 | 28,6 | 40,7 |
2018 | 23,1 | 28,4 | 41,8 |
2019 | 24,2 | 29,4 | 41,9 |
2020 | 25,7 | 30,5 | 43,5 |
2021 | 26,7 | 32,4 | 44,5 |
* Exclusief het HOOP-gebied Gezondheid.
Het aandeel vrouwelijke hoogleraren (in fte) aan de universiteiten is gestegen van 5,5% in 1998 tot 26,7% in december 2021. De groei ten opzichte van 2020 (1 procentpunt) is wat kleiner dan in de vijf jaren ervoor. Wel stijgt het aandeel sinds 2015 harder dan eerder. Dat is deels toe te schrijven aan de zogenoemde Westerdijk Talentimpuls, waarbij er met subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 100 ‘extra’ vrouwelijke hoogleraren werden benoemd tussen februari 2017 en februari 2018. Daarnaast zetten universiteiten zich sinds 2015 in om meer vrouwelijke hoogleraren te benoemen.
Het aandeel vrouwelijke universitaire hoofddocenten (UHD'S) is hoger (32,4% in 2021) dan het aandeel vrouwelijke hoogleraren en het aandeel vrouwelijke universitaire docenten (UD's) is nog weer iets hoger (44,5%). Alle drie de functiecategorieën laten ongeveer dezelfde ontwikkeling zien. De stagnatie van het aandeel vrouwelijke UHD's in 2018 en van het aandeel vrouwelijke UD's in 2019 is waarschijnlijk het gevolg van een versterkte doorstroom van vrouwen naar respectievelijk een hoogleraar- en UHD-schap.
Aandeel fte vrouwen per leeftijdsgroep, 31 december 2021
Functiegroep | tot 40 jaar | 40 tot 50 jaar | 50 tot 60 jaar | 60 jaar of ouder |
---|---|---|---|---|
Hoogleraar | 45,2 | 35,1 | 26,7 | 16,7 |
Universitair hoofddocent | 37,2 | 38 | 28,5 | 15,8 |
Universitair docent | 47,9 | 43,8 | 36,7 | 29,9 |
Het aandeel vrouwelijke hoogleraren, UHD's en UD's aan de Nederlandse universiteiten verschilt per leeftijdgroep. Hoe jonger, hoe hoger het aandeel vrouwen. De verwachting is daarom dat het aandeel vrouwen in deze functiegroepen de komende jaren verder zal toenemen.
Op 31 december 2021 was 16,7% van de hoogleraren (fte's) van 60 jaar of ouder een vrouw. Van de hoogleraren jonger dan 40 jaar was 45,2% een vrouw. Onder de universtaire docenten (UD's) is het aandeel vrouwen in elke onderscheiden leeftijdsgroep 30% of meer. Van de UD's jonger dan 40 jaar is bijna de helft (47,9%) een vrouw.