Instroom mbo bètatechniek
Mannen die een mbo-opleiding starten kiezen veel vaker voor een bètatechnische opleiding dan vrouwen. Hoe groot het verschil tussen vrouwen en mannen precies is, verschilt weer per mbo-niveau.
In de grafiek is per mbo-niveau te zien welk aandeel van de vrouwen en mannen voor een bètatechnische opleiding kiest ten opzichte van het totale aantal vrouwen en mannen dat een mbo-opleiding start op dat mbo-niveau.
Aandeel startende mbo-studenten dat kiest voor bètatechniek, instroomjaar 2024/2025
| Mbo-niveau | Vrouw | Man |
|---|---|---|
| Totaal mbo | 9 | 45 |
| Mbo 1 | 12 | 38 |
| Mbo 2 | 7 | 53 |
| Mbo 3 | 7 | 58 |
| Mbo 4 | 10 | 38 |
Van alle vrouwen die een mbo-opleiding startten in het opleidingsjaar 2024/2025 koos 9 procent voor een bètatechnische opleiding. Onder de mannen is dit aandeel ruim vijf keer zo groot, namelijk 45 procent. Het verschil tussen vrouwen en mannen is het grootst op niveau 3 (7 procent van de vrouwen tegenover 58 procent van de mannen). Hier kiezen mannen ruim acht keer zo vaak voor bètatechniek als vrouwen. Ook op niveau 2 is het verschil tussen vrouwen en mannen groot (7 procent tegenover 53 procent). Op niveau 1 en 4 kiezen mannen respectievelijk ongeveer drie à vier keer zo vaak voor bètatechniek. Op niveau 4 gaat het om 10 procent van de vrouwen tegenover 38 procent van de mannen. Op niveau 1 is het verschil het kleinst en gaat het om 12 procent van de vrouwen tegenover 38 procent van de mannen. Ten opzichte van het voorgaande jaar is er in verhouding een kleine afname in het verschil tussen vrouwen en mannen op het mbo dat kiest voor bètatechniek.