Totale uitgaven aan middelbaar beroepsonderwijs
De overheid, bedrijven, huishoudens en organisaties in het buitenland geven geld uit aan mbo-instellingen of voor het (laten) volgen van middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
Hieronder staan de uitgaven van iedere economische sector aan middelbaar beroepsonderwijs. Daarnaast worden de uitgaven aan de mbo-instellingen beschreven, met onder ‘Gerelateerde grafieken’ de uitgaven aan mbo-instellingen per student.
Totale uitgaven aan middelbaar beroepsonderwijs
Overheid | Huishoudens | Bedrijven | Buitenland | |
---|---|---|---|---|
2000 | 2,7 | 0,4 | 0,8 | 0,1 |
2005 | 3,6 | 0,7 | 1,1 | 0,1 |
2010 | 4,8 | 0,7 | 1,5 | 0,1 |
2015 | 4,9 | 0,7 | 1,6 | 0 |
2020 | 5,5 | 0,7 | 2,2 | 0 |
2021 | 6,2 | 0,6 | 2,1 | 0 |
2022 | 6,2 | 0,7 | 2,1 | 0 |
2023* | 6,8 | 0,8 | 2,2 | 0 |
In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) nemen bedrijven en huishoudens in 2023 30% van de uitgaven voor hun rekening. Bedrijven geven geld uit aan de begeleiding van stagiairs en mbo'ers in een leerwerktraject. Daarnaast betalen ze voor opleidingen van werknemers aan particuliere onderwijsinstellingen. Huishoudens met kinderen die een mbo-opleiding volgen, hebben uitgaven voor lesgelden, leermiddelen en schoolactiviteiten. In 2023 hebben bedrijven en huishoudens samen bijna 3 miljard euro uitgegeven aan middelbaar beroepsonderwijs. Het grootste deel van de uitgaven aan mbo wordt echter door de overheid gedaan, 70% in 2023. De overheid bekostigt de mbo-instellingen en geeft studiefinanciering aan mbo-studentens. Bedrijven worden bovendien met een subsidie gedeeltelijk gecompenseerd voor de kosten van het begeleiden van stagiairs en mbo'ers in een leerwerktraject.
In 2018 heeft het ministerie van OCW 870 miljoen euro in totaal vooruitbetaald aan de vervoersbedrijven voor de OV-studentenkaart van 2019, 2020 en 2021 voor studenten in het mbo, hbo en wo. Hierdoor zijn de overheidsuitgaven in 2018 een stuk hoger dan in andere jaren en wordt de ontwikkeling van de overheidsuitgaven vertekend. Een vooruitbetaling voor de OV-studentenkaart van 2022 die eind 2021 is gedaan door het ministerie van OCW, vertekent de ontwikkeling van de overheidsuitgaven in 2021.
Uitgaven aan mbo-instellingen
Totale uitgaven aan onderwijsinstellingen | |
---|---|
2000 | 3,3 |
2005 | 4,7 |
2010 | 6,1 |
2015 | 6,3 |
2020 | 7,4 |
2021 | 7,8 |
2022 | 7,9 |
2023* | 8,4 |
De uitgaven in het mbo zijn voor het grootste deel uitgaven aan onderwijsinstellingen. In 2023 zijn deze uitgaven 550 miljoen euro hoger dan in 2022.
Uitgaven aan onderwijsinstellingen per deelnemer | |
---|---|
2000 | 6661 |
2005 | 8482 |
2010 | 10703 |
2015 | 11822 |
2020 | 13435 |
2021 | 14046 |
2022 | 14497 |
2023* | 15980 |
De uitgaven aan mbo-instellingen per deelnemer zijn in 2023 gestegen tot 15.980 euro.