Prognoses arbeidsmarkt mbo

Voor goed onderwijs is het belangrijk dat er voldoende en kwalitatief geschikte leraren zijn. Om voorbereid te zijn op de toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt laat OCW jaarlijks arbeidsmarktramingen uitvoeren.

Het ministerie van OCW raamt jaarlijks wat de studentaantallen in het middelbaar beroepsonderwijs de komende jaren zullen zijn (de Referentieraming). De bevolkingsprognoses van het CBS dienen als basis voor deze raming. Uitgaande van dezelfde verhouding tussen leerlingen en leraren als momenteel, kan worden berekend wat de geraamde aantallen benodigde leraren in fte de komende jaren zullen zijn.

De hier gepresenteerde ramingen geven een beeld van de arbeidsmarkt voor leraren in het middelbaar beroepsonderwijs de komende jaren, uitgaande van de huidige situatie. Als daarbij tekorten worden verwacht, houdt deze voorspelling niet in dat klassen massaal leeg zullen staan. Er wordt slechts voorspeld dat, onder de nu bekende omstandigheden, er meer leraren nodig zijn om aan de vraag te voldoen dan er gevonden kunnen worden. 

Bij het bestaande lerarenkorps vindt uitstroom plaats om verschillende redenen (met als belangrijkste pensioen). Als er onvoldoende gediplomeerde instroom mogelijk is ontstaat er onvervulde vraag, oftewel tekorten. 

Ramingen totaal (zittend en evt. nieuw) benodigde leraren in het mbo

Ramingen totaal (zittend en evt. nieuw) benodigde leraren in het mbo Duizenden fte
jaarfte x 1.000
202327,0
202427,1
202527,2
202627,4
202727,6
202827,4
202927,2
203026,9
203126,6
203226,4
203326,2

Voor de komende 10 jaar wordt een leerlingdaling verwacht, en daarmee een verminderde behoefte aan leraren. De behoefte aan leraren in het mbo zal naar verwachting met ongeveer 1.900 fte dalen tussen 2022 en 2032.

Centerdata Brontabel als csv (139 bytes)

Voor het middelbaar beroepsonderwijs geldt dat een groot deel van de instroom van leraren niet afkomstig is van de lerarenopleiding, maar van het bedrijfsleven. Daarom is het mbo ook geen ‘gesloten systeem’ waarvoor ramingen kunnen worden gemaakt zoals voor het po en vo. Wat wel kan worden getoond is de verwachte instroom van leraren die in de komende jaren nodig zal zijn in het mbo.

Benodigde instroom van leraren in het mbo (neutrale conjunctuur)

Benodigde instroom van leraren in het mbo (neutrale conjunctuur) In fte
jaarfte
20231997
20242237
20252220
20262243
20272209
20282003
20291968
20301924
20311786
20321743
20331688

De vraag naar nieuwe instroom neemt naar verwachting eerst toe en daarna de komende jaren af. De daling houdt vooral verband met de verwachte daling in deelnemersaantallen. De behoefte aan leraren in het mbo zal naar verwachting met ongeveer 800 fte dalen tussen 2023 en 2033.

Centerdata Brontabel als csv (131 bytes)

Omdat de ramingen ook een signaalfunctie hebben zorgen zij ervoor dat de uitgangspunten waarop ze gebaseerd zijn veranderd kunnen worden. Als tekorten zich in de praktijk voordoen zijn er verschillende mechanismes die in werking komen. Een grote vraag naar leraren kan bijvoorbeeld meer mensen naar de opleiding trekken en wervingskracht hebben op zij-instromers. Verder zijn veranderingen in de leerling-leraar ratio en de mate waarin bevoegd wordt lesgegeven natuurlijk ook factoren die een rol spelen bij de uiteindelijke tekorten.