Arbeidsmarktpositie van mbo'ers uitgestroomd uit het bbl- en voltijd bol-onderwijs
Ruim 120.000 mbo'ers (bol en bbl) verlieten na studiejaar 2019/2020 het onderwijs. Van deze uitstromers volgden ruim 70.000 deelnemers een bol-opleiding, en bijna 50.000 een bbl-opleiding. De arbeidsmarktpositie van studenten die uitstromen uit het mbo wordt jaarlijks in kaart gebracht.
De eerste figuur laat de ontwikkeling zien in het aandeel bol-studenten dat direct na het verlaten van de opleiding (in oktober) voor ten minste 12 uur per week een betaalde baan heeft, waarbij onderscheid gemaakt wordt in uitstromers met diploma en zonder diploma.
In de gerelateerde figuur worden de cijfers gegeven voor de uitstromers met een bbl-opleiding. In de twee gerelateerde figuren daaronder worden tijdreeksen gegeven voor het aandeel uitstromers met een uitkering (bol en bbl). In de volgende figuren wordt de arbeidsmarktpositie gegeven van de gediplomeerde uitstroom uit per sectorkamer en niveau voor bol en bbl. Sectorkamer is een indeling van mbo-opleidingen naar voor het bedrijfsleven en beroepsonderwijs relevante categorieën. Cijfers over aansluiting op de arbeidsmarkt van ongediplomeerden zijn te vinden op StatLine (zie link onder 'Zie ook').
Aandeel met ten minste 12u per week werk van bol mbo'ers direct na uitstroom, naar wel/geen diploma
Periode | % met tenminste 12u per week werk, totaal | % met tenminste 12u per week werk, met diploma | % met tenminste 12u per week werk, zonder diploma |
---|---|---|---|
2011 | 58,1 | 71,1 | 42,7 |
2012 | 55,6 | 67,5 | 39,4 |
2013 | 53,1 | 64,7 | 36,1 |
2014 | 53,9 | 64,7 | 36,9 |
2015 | 58 | 67,3 | 41,3 |
2016 | 63,3 | 72,7 | 45,9 |
2017 | 66,3 | 75,4 | 48,9 |
2018 | 70,4 | 79,3 | 54,6 |
2019 | 70,3 | 79,3 | 53 |
2020 | 67,5 | 76,3 | 48,1 |
In 2020 had 67,5% van de uitgestroomde mbo'ers uit de bol-opleiding in oktober direct na uitstroom werk voor minstens 12u per week, na een stijgende trend sinds 2014 ligt het aandeel in lijn met 2017. Gediplomeerde bol mbo'ers hadden vaker werk dan de ongediplomeerden. Van de bol'ers met een diploma had 76,3% direct na uitstroom werk voor minstens 12u per week, onder uitstromers zonder diploma was dit 48,1%.
Periode | % met werk, totaal | % met werk, met diploma | % met werk, zonder diploma |
---|---|---|---|
2011 | 86,7 | 92,6 | 78,6 |
2012 | 85 | 91,4 | 75,2 |
2013 | 84,4 | 90,9 | 72,9 |
2014 | 86,2 | 91,8 | 74,6 |
2015 | 87,1 | 92,2 | 75,2 |
2016 | 87,9 | 93 | 77,3 |
2017 | 88,4 | 93,2 | 78,6 |
2018 | 89,6 | 94 | 81,4 |
2019 | 89 | 94,1 | 77,8 |
2020 | 87,6 | 93,3 | 73 |
In 2020 had 87,6% van de uitgestroomde mbo'ers uit de bbl-opleiding in oktober direct na uitstroom werk voor minstens 12u per week. In 2011 had 86,7% van de uitgestroomde bbl mbo'ers werk. Gediplomeerde bbl'ers hadden vaker werk dan ongediplomeerden. Van de bbl'ers met een diploma had 93,3% in 2020 direct na uitstroom werk voor minstens 12u per week, onder uitstromers zonder diploma was dit 73,0%.
Periode | % met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma |
---|---|---|---|
2011 | 11 | 6,7 | 16 |
2012 | 10,5 | 7 | 15,1 |
2013 | 12,2 | 8,5 | 17,6 |
2014 | 11,7 | 8,2 | 17,2 |
2015 | 10,2 | 7,1 | 15,8 |
2016 | 8,8 | 5,6 | 14,7 |
2017 | 7,7 | 4,4 | 13,9 |
2018 | 6,9 | 3,8 | 12,3 |
2019 | 6,5 | 3,6 | 12,1 |
2020 | 9,4 | 6,1 | 16,7 |
In 2020 had 9,4% van de bol mbo'ers direct na uitstroom een uitkering, 2,9%-punt meer dan in 2019. Negen jaar eerder, in 2011, had 11,0% van de uitstromers uit een bolopleiding een uitkering. Uitstromers zonder diploma hadden in 2020 vaker een uitkering dan uitstromers met een diploma (16,7% tegenover 6,1%).
Periode | % met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma |
---|---|---|---|
2011 | 13,5 | 10 | 18,4 |
2012 | 15,2 | 11,9 | 20,5 |
2013 | 16,8 | 12,4 | 24,4 |
2014 | 15,2 | 11,6 | 22,9 |
2015 | 12,2 | 8,9 | 19,8 |
2016 | 11,1 | 7,9 | 17,7 |
2017 | 9,2 | 6,4 | 14,9 |
2018 | 7,9 | 5,3 | 13 |
2019 | 8 | 5,1 | 14,7 |
2020 | 10,9 | 7,2 | 20,4 |
In 2020 had 10,9% van de bbl mbo'ers direct na uitstroom een uitkering, dat is 2,9%-punt meer dan in 2019. Negen jaar eerder, in 2011, had 13,5% van de uitstromers uit een bbl-opleiding een uitkering. Uitstromers zonder diploma hadden in 2020 vaker een uitkering dan uitstromers met een diploma (20,4% tegenover 7,2%). Voor beide groepen geldt dat het percentage met een uitkering tussen 2011 en 2013 is toegenomen en tussen 2014 en 2018 is afgenomen. Bij bbl-uitstromers zonder diploma is het aandeel met uitkering sinds 2019 weer toegenomen, bij bbl-uitstromers met diploma is dit in 2020 te zien.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde bol mbo'ers direct na uitstroom in oktober 2020, naar sectorkamer
Sectorkamer | % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 82 | 3 | 3 | 12 |
niet gespecificeerd naar sector | . | . | . | . |
Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving | 87 | 2 | 1 | 10 |
Sectorkamer mobiliteit, transport, logistiek, maritiem | 84 | 2 | 2 | 12 |
Sectorkamer zorg, welzijn en sport | 88 | 2 | 2 | 7 |
Sectorkamer handel | 78 | 3 | 3 | 15 |
Sectorkamer creatieve industrie en ICT | 74 | 4 | 4 | 19 |
Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid | 84 | 3 | 2 | 11 |
Sectorkamer zakelijke dienstverlening en veiligheid | 83 | 3 | 3 | 11 |
Sectorkamer specialistisch vakmanschap | 81 | . | . | 11 |
Entree | 45 | 8 | 21 | 25 |
Bovensectoraal | 74 | . | 8 | 15 |
Van de in 2020 uitgestroomde gediplomeerde bol mbo'ers had 82% in oktober 2020 werk en geen uitkering. Daarnaast had een klein deel van de gediplomeerden (3%) zowel werk als een uitkering. Gediplomeerde bol mbo'ers met een opleiding uit sectorkamer 'zorg, welzijn en sport' en 'techniek en gebouwde omgeving' hadden het vaakst werk met respectievelijk 88% en 87%. Uitstromers met een diploma uit sectorkamer 'entree' hadden het minst vaak werk.
Sectorkamer | % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 91 | 4 | 3 | 2 |
niet gespecificeerd naar sector | . | . | . | . |
Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving | 95 | 3 | 1 | 2 |
Sectorkamer mobiliteit, transport, logistiek, maritiem | 93 | 3 | 2 | 3 |
Sectorkamer zorg, welzijn en sport | 94 | 4 | 2 | 1 |
Sectorkamer handel | 91 | 4 | 3 | 2 |
Sectorkamer creatieve industrie en ICT | 90 | . | . | . |
Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid | 87 | 5 | 4 | 4 |
Sectorkamer zakelijke dienstverlening en veiligheid | 76 | 13 | 8 | 3 |
Sectorkamer specialistisch vakmanschap | 96 | 3 | . | . |
Entree | 57 | 11 | 24 | 7 |
Bovensectoraal | 51 | . | 29 | . |
Van de in 2020 uitgestroomde gediplomeerde bbl'ers had 91% in oktober 2020 werk en geen uitkering. 4% van de gediplomeerden had zowel werk als een uitkering. Bbl-gediplomeerden met een opleiding uit sectorkamer 'specialistisch vakmanschap' hadden met 96% het vaakst werk. Studenten met een diploma's uit sectorkamer 'bovensectoraal' hadden het minst vaak werk. Onder de sectorkamer 'bovensectoraal' vallen moeilijk in te delen cross-over opleidingen en regionale varianten van al bestaande opleidingen.
Niveau | % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 82 | 3 | 3 | 12 |
Entreeopleiding | 45 | 8 | 21 | 25 |
Niveau 2 | 70 | 4 | 6 | 20 |
Niveau 3 | 84 | 3 | 3 | 10 |
Niveau 4 | 86 | 2 | 2 | 10 |
De arbeidsmarktpositie van gediplomeerde bol mbo'ers verschilt per niveau. Hoe hoger het niveau van het bol mbo-diploma, des te hoger het aandeel dat direct na uitstroom werk (en geen uitkering) heeft. Van de gediplomeerde uitstromers met een niveau 4 opleiding had 86% direct na uitstroom werk en geen uitkering. Van de uitstromers met een diploma van de entreeopleiding had 45% werk (en geen uitkering). Uitstromers met een entreeopleiding hadden relatief vaak een uitkering of geen werk en geen uitkering.
Niveau | % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 91 | 4 | 3 | 2 |
Entreeopleiding | 57 | 11 | 24 | 7 |
Niveau 2 | 84 | 7 | 5 | 4 |
Niveau 3 | 94 | 3 | 2 | 1 |
Niveau 4 | 95 | 3 | 1 | 1 |
De arbeidsmarktpositie van gediplomeerde mbo'ers (bbl) verschilt per niveau. Tussen niveau 4 en niveau 3 is een klein verschil, tussen de andere niveaus is het verschil groter. Van de gediplomeerden bbl'ers op niveau 4 had 95% werk en geen uitkering direct na uitstroom, op niveau 2 lag dit 10 procentpunt lager. Uitstromers uit de entreeopleiding hadden met 57% veel minder vaak werk dan uitstromers uit de andere niveaus. Uitstromers uit deze groep hadden relatief vaak een uitkering of geen werk en geen uitkering.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde bol mbo'ers direct na uitstroom in oktober 2021, naar sectorkamer (voorlopige cijfers)
Sectorkamer | % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 83 | 1 | 2 | 14 |
niet gespecificeerd naar sector | . | . | . | . |
Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving | 87 | 1 | 1 | 12 |
Sectorkamer mobiliteit, transport, logistiek, maritiem | 84 | . | 1 | 15 |
Sectorkamer zorg, welzijn en sport | 88 | 1 | 2 | 9 |
Sectorkamer handel | 79 | 1 | 1 | 19 |
Sectorkamer creatieve industrie en ICT | 76 | 1 | 2 | 22 |
Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid | 84 | 1 | 1 | 14 |
Sectorkamer zakelijke dienstverlening en veiligheid | 84 | 1 | 1 | 14 |
Sectorkamer specialistisch vakmanschap | 82 | . | . | 17 |
Entree | 54 | 4 | 17 | 25 |
Bovensectoraal | 72 | 4 | 6 | 18 |
Van de gediplomeerde bol'ers die het mbo in 2021 verlieten was 83% werknemer (zonder uitkering) in oktober 2021. Studenten met een opleiding uit sectorkamer 'zorg, welzijn en sport' (88%) waren het vaakst alleen werknemer. Van de gediplomeerde bol'ers had 14% direct na uitstroom in 2021 geen baan als werknemer en geen uitkering. Van alle sectorkamers hadden studenten met een opleiding uit 'entree' het vaakst geen baan en geen uitkering (25%).
Deze gegevens over 2021 betreffen voorlopige cijfers. Werknemers in het buitenland, zelfstandigen en bepaalde uitkeringen konden nog niet worden meegenomen. Om die reden zijn deze cijfers niet vergelijkbaar met de definitieve cijfers over 2020.
Sectorkamer | % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 92 | 2 | 2 | 5 |
niet gespecificeerd naar sector | . | . | . | . |
Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving | 92 | 1 | 1 | 6 |
Sectorkamer mobiliteit, transport, logistiek, maritiem | 91 | 1 | 2 | 6 |
Sectorkamer zorg, welzijn en sport | 95 | 2 | 1 | 2 |
Sectorkamer handel | 92 | 2 | 1 | 5 |
Sectorkamer creatieve industrie en ICT | 93 | . | . | . |
Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid | 90 | 2 | 1 | 7 |
Sectorkamer zakelijke dienstverlening en veiligheid | 85 | 5 | 3 | 6 |
Sectorkamer specialistisch vakmanschap | 94 | . | . | 4 |
Entree | 65 | 10 | 16 | 9 |
Bovensectoraal | 83 | . | . | . |
Van de gediplomeerde bbl-studenten die het mbo in 2021 verlieten was 92% werknemer (zonder uitkering) in oktober 2021. Studenten met een opleiding uit de sectorkamer 'zorg, welzijn en sport' (95%) waren het vaakst alleen werknemer. Van de gediplomeerde bbl'ers had 5% direct na uitstroom in 2021 geen baan als werknemer en geen uitkering. Van alle sectorkamers hadden studenten met een opleiding uit 'entree' het vaakst geen baan en geen uitkering (9%).
Deze gegevens over 2021 betreffen voorlopige cijfers. Werknemers in het buitenland, zelfstandigen en bepaalde uitkeringen konden nog niet worden meegenomen. Om die reden zijn deze cijfers niet vergelijkbaar met de definitieve cijfers over 2020.
Niveau | % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 83 | 1 | 2 | 14 |
Entreeopleiding | 54 | 4 | 17 | 25 |
Niveau 2 | 74 | 1 | 4 | 21 |
Niveau 3 | 85 | 1 | 2 | 12 |
Niveau 4 | 86 | 0 | 1 | 13 |
Van de gediplomeerde bol'ers die het mbo in 2021 verlieten was 83% werknemer (zonder uitkering) in oktober 2021. Studenten op niveau 4 (86%) en niveau 3 (85%) waren het vaakst werknemer (zonder uitkering). Van de gediplomeerde bol'ers had 14% direct na uitstroom in 2021 geen baan als werknemer en geen uitkering. Studenten uit de entreeopleiding hadden vaker dan studenten van andere niveaus een uitkering (17%) of geen baan en geen uitkering (25%).
Deze gegevens over 2021 betreffen voorlopige cijfers. Werknemers in het buitenland, zelfstandigen en bepaalde uitkeringen konden nog niet worden meegenomen. Om die reden zijn deze cijfers niet vergelijkbaar met de definitieve cijfers over 2020.
Niveau | % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 92 | 2 | 2 | 5 |
Entreeopleiding | 65 | 10 | 16 | 9 |
Niveau 2 | 86 | 3 | 3 | 8 |
Niveau 3 | 94 | 1 | 1 | 4 |
Niveau 4 | 95 | 1 | 1 | 3 |
Van de gediplomeerde bbl'ers die het mbo in 2021 verlieten was 92% werknemer (zonder uitkering) in oktober 2021. Studenten op niveau 4 (95%) en niveau 3 (94%) waren het vaakst werknemer (zonder uitkering). Van de gediplomeerde bbl'ers had 5% direct na uitstroom in 2021 geen baan als werknemer en geen uitkering. Studenten uit de entreeopleiding hadden vaker dan studenten van andere niveaus een uitkering (16%) of geen baan en geen uitkering (9%).
Deze gegevens over 2021 betreffen voorlopige cijfers. Werknemers in het buitenland, zelfstandigen en bepaalde uitkeringen konden nog niet worden meegenomen. Om die reden zijn deze cijfers niet vergelijkbaar met de definitieve cijfers over 2020.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde bol mbo'ers direct na uitstroom (in oktober 2019) en 1 jaar na uitstroom (in oktober 2020), naar sectorkamer
Sectorkamer | % werk, direct na uitstroom | % werk, 1 jaar na uitstroom | % uitkering, direct na uitstroom | % uitkering, 1 jaar na uitstroom |
---|---|---|---|---|
Totaal | 87 | 89 | 4 | 10 |
niet gespecificeerd naar sector | . | . | . | . |
Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving | 90 | 93 | 2 | 6 |
Sectorkamer mobiliteit, transport, logistiek, maritiem | 87 | 90 | 3 | 9 |
Sectorkamer zorg, welzijn en sport | 92 | 93 | 3 | 7 |
Sectorkamer handel | 83 | 85 | 3 | 12 |
Sectorkamer creatieve industrie en ICT | 81 | 84 | 4 | 14 |
Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid | 87 | 90 | 2 | 9 |
Sectorkamer zakelijke dienstverlening en veiligheid | 87 | 89 | 3 | 9 |
Sectorkamer specialistisch vakmanschap | 84 | 89 | 4 | 11 |
Entree | 65 | 63 | 20 | 33 |
Bovensectoraal | 76 | 88 | . | . |
Van de gediplomeerde bol mbo'ers die het mbo in 2019 verlieten had 1 jaar na uitstroom 89% werk en 10% een uitkering. Gediplomeerden met een opleiding uit de sectorkamers 'techniek en gebouwde omgeving' en 'zorg, welzijn en sport' hadden 1 jaar na uitstroom het vaakst werk (93%). Gediplomeerden met een opleiding uit de sectorkamer 'entree' hadden het minst vaak werk (63%).
Het percentage van in 2019 gediplomeerde bol mbo'ers met een uitkering lag 1 jaar na uitstroom (in oktober 2020) 6%-punt hoger dan direct na uitstroom (in oktober 2019). Voor alle sectorkamers geldt dat meer uitstromers een uitkering hadden 1 jaar na uitstroom vergeleken met direct na uitstroom.
Sectorkamer | % werk, direct na uitstroom | % werk, 1 jaar na uitstroom | % uitkering, direct na uitstroom | % uitkering, 1 jaar na uitstroom |
---|---|---|---|---|
Totaal | 96 | 95 | 5 | 7 |
niet gespecificeerd naar sector | . | . | . | . |
Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving | 98 | 98 | 2 | 4 |
Sectorkamer mobiliteit, transport, logistiek, maritiem | 96 | 96 | 3 | 6 |
Sectorkamer zorg, welzijn en sport | 97 | 97 | 4 | 6 |
Sectorkamer handel | 95 | 95 | 4 | 8 |
Sectorkamer creatieve industrie en ICT | 95 | 96 | 5 | 6 |
Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid | 94 | 94 | 4 | 9 |
Sectorkamer zakelijke dienstverlening en veiligheid | 94 | 92 | 11 | 15 |
Sectorkamer specialistisch vakmanschap | 98 | 99 | 3 | 5 |
Entree | 70 | 67 | 37 | 40 |
Bovensectoraal | . | . | . | . |
Van de gediplomeerde bbl mbo'ers die het mbo in 2019 verlieten had 1 jaar na uitstroom 95% werk en 7% een uitkering. Gediplomeerden met een opleiding uit de sectorkamer 'specialistisch vakmanschap' hadden 1 jaar na uitstroom het vaakst werk (99%). Gediplomeerden met een opleiding uit de sectorkamer 'entree' hadden het minst vaak werk (67%).
Het percentage van in 2019 gediplomeerde bbl mbo'ers met een uitkering was 1 jaar na uitstroom (in oktober 2020) hoger dan direct na uitstroom (in oktober 2019). Voor alle sectorkamers geldt dat meer uitstromers een uitkering hadden 1 jaar na uitstroom vergeleken met direct na uitstroom.
Niveau | % werk, direct na uitstroom | % werk, 1 jaar na uitstroom | % uitkering, direct na uitstroom | % uitkering, 1 jaar na uitstroom |
---|---|---|---|---|
Totaal | 87 | 89 | 4 | 10 |
Entreeopleiding | 65 | 63 | 20 | 33 |
Niveau 2 | 79 | 81 | 7 | 14 |
Niveau 3 | 89 | 91 | 3 | 8 |
Niveau 4 | 89 | 92 | 2 | 8 |
Een jaar nadat ze in 2019 met een diploma uitstroomden uit het bol mbo (in oktober 2020) hadden meer schoolverlaters werk dan direct na uitstroom (oktober 2019); het verschil bedraagt 2%-punt. Voor bijna alle niveaus geldt dat meer uitstromers werk hadden 1 jaar na uitstroom. Alleen bij gediplomeerden uit de entreeopleiding waren dit er minder. Uitstromers uit alle niveaus hadden 1 jaar na uitstroom vaker een uitkering vergeleken met direct na uitstroom. Bij uitstromers uit de entreeopleiding is het aandeel met een uitkering van 20% direct na uitstroom opgelopen tot 33% 1 jaar na uitstroom.
Niveau | % werk, direct na uitstroom | % werk, 1 jaar na uitstroom | % uitkering, direct na uitstroom | % uitkering, 1 jaar na uitstroom |
---|---|---|---|---|
Totaal | 96 | 95 | 5 | 7 |
Entreeopleiding | 70 | 67 | 37 | 40 |
Niveau 2 | 93 | 92 | 9 | 12 |
Niveau 3 | 97 | 97 | 2 | 5 |
Niveau 4 | 98 | 98 | 2 | 4 |
Een jaar nadat ze in 2019 met een diploma uitstroomden uit het mbo (in oktober 2020) hadden iets minder uitstromers werk dan direct na uitstroom (oktober 2019); het verschil bedraagt 1%-punt. Voor de entreeopleiding en niveau 2 geldt dat minder uitstromers werk hadden 1 jaar na uitstroom vergeleken met direct na uitstroom. Voor niveau 3 en niveau 4 geldt dat het percentage uitstromers met werk 1 jaar na uitstroom gelijk is aan dat van direct na uitstroom. Voor alle niveaus geldt dat het aandeel met een uitkering 1 jaar na uitstroom hoger ligt in vergelijking met direct na uitstroom.