Segregatie op de arbeidsmarkt

Tussen beroepsklassen zijn aanzienlijke verschillen te zien in het aandeel vrouwen dat er werkzaam is.

Het meten van het aantal vrouwen en mannen per beroepsklasse vindt plaats met behulp van de Enquête Beroepsbevolking (EBB). In onderstaande figuur is per beroepsklasse het aandeel vrouwen weergegeven.

Aandeel vrouwen per beroepsklasse

Aandeel vrouwen per beroepsklasse Werkzame beroepsbevolking 15 tot 65 jaar exclusief onderwijsvolgenden, in procenten
Beroepsklasse20212013
Totaal werkzame beroepsbevolking46,545,9
Zorg en welzijn80,280,5
Pedagogisch73,871,5
Dienstverlenend66,866,9
Bedrijfseconomisch en administratief55,456,7
Commercieel49,755,6
Creatief en taalkundig48,346,6
Openbaar bestuur, veiligheid en juridisch4234,8
Overig31,733,5
Managers24,424,9
Agrarisch2220,7
Technisch15,212
ICT15,214,1
Transport en logistiek1510,1

Het percentage vrouwen verschilt sterk per beroepsklasse. In zorg- en welzijnsberoepen was het aandeel vrouwen in 2021 het grootst (80 procent), gevolgd door de pedagogische (74 procent) en dienstverlenende (67 procent) beroepen. Vrouwen zijn minder te vinden in de transport en logistieke beroepen, de ICT-beroepen en in de technische beroepen (elk 15 procent).
Het percentage vrouwen in de werkzame beroepsbevolking was in 2021 iets hoger (47 procent) dan in 2013 (46 procent). In de beroepsklasse openbaar bestuur, veiligheid en juridisch was de toename absoluut gezien het grootst, van 35 naar 42 procent. Daarnaast is het percentage vrouwen in de technische en ICT-beroepen groter geworden. Binnen de transport en logistiek was de toename naar verhouding het grootst, maar net als in 2013 was het de beroepsklasse met het laagste percentage vrouwen. Niet in alle beroepsklassen nam het aandeel vrouwen toe. In de commerciële beroepen nam het percentage vrouwen in vergelijking met acht jaar geleden het sterkst af.

CBS (Enquête Beroepsbevolking), Beroepenindeling ROA CBS 2014 Brontabel als csv (429 bytes)