Criteria cultuur en media

De bewindspersoon van cultuur en media bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor de cultuur- en mediastelsels. Vanuit die rol waarborgt de bewindspersoon een aantal publieke belangen. In wetten is verankerd dat deze cultuur- en mediastelsels moeten voldoen aan criteria. Hieronder volgt een toelichting op deze criteria.

Verscheidenheid en pluriformiteit

Verscheidenheid in het cultuurbestel betekent een brede variëteit van cultuurvoorzieningen. Ondersteuning vanuit het Rijk is bedoeld om een veelzijdig cultuuraanbod te verzekeren en om erfgoed te beschermen.  

Pluriformiteit in het mediabeleid heeft tot doel om een evenwichtig beeld te geven van de samenleving en om onder de bevolking levende overtuigingen, opvattingen en interesses te weerspiegelen. De nadruk van het rijksbeleid ligt daarbij op genres en functies die, vanwege kostenoverwegingen of gebrek aan omvang, niet voldoende in de markt tot stand komen.  

Daarnaast werkt de overheid aan de landelijke herpositionering van de openbare bibliotheek als centrale publieke infrastructuur voor de kennissamenleving. 

Spreiding en toegankelijkheid

Om bij te dragen aan de ontwikkeling van het individu en de samenleving moeten cultuur en media toegankelijk zijn voor een breed en divers publiek. Het Rijk is verantwoordelijk voor spreiding van het Nederlandse cultuuraanbod. De geografische spreiding is expliciet opgenomen in de Wet op het specifiek cultuurbeleid (WSC).

Op het terrein van toegankelijkheid heeft de overheid als doel dat cultuur open, betaalbaar en aansprekend is voor de hele samenleving. Waar nodig stimuleert het Rijk deelname aan bepaalde activiteiten.

De Mediawet verzekert de toegankelijkheid van media-aanbod. De wet regelt dat het aanbod van de publieke media-instellingen toegankelijk is voor een breed publiek.

Kwaliteit

Een belangrijke doelstelling van het cultuurbeleid is kwaliteit. Sommige aspecten van kwaliteit zijn niet eenvoudig of eenduidig te meten. In de subsidiesystematiek voor cultuur wordt een oordeel daarover aan professionals overgelaten, waarbij naast artistieke kwaliteit een gezonde bedrijfsvoering en ondernemerschap een belangrijke rol spelen.

Gezonde bedrijfsvoering en ondernemerschap zijn nauw verbonden aan doelmatigheid, doordat ze de productiviteit en effectiviteit vergroten en tegelijkertijd de subsidieafhankelijkheid van de cultuur- en mediasector beperken.

Voor de mediasector laat de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) jaarlijks een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar het imago en de waardering van de NPO onder de Nederlandse bevolking. De Nederlandse samenleving waardeert de NPO structureel hoger dan commerciële omroepen.

Onafhankelijkheid

De onafhankelijkheid van media is onmisbaar in een democratische samenleving. Wat we zien, horen en lezen beïnvloedt ons beeld van de wereld en onze opvattingen. Daarom moeten media in Nederland onafhankelijk hun werk kunnen doen en journalisten vrij kunnen publiceren. In Nederland is een hoge mate van persvrijheid.

De redactionele vrijheid en de vrijheid van meningsuiting zijn respectievelijk in de Mediawet en in de Grondwet verankerd.