Aantal studenten in het mbo
Momenteel staan er bijna 495 duizend studenten ingeschreven in het mbo. Dit aantal betreft hoofdinschrijvingen van zowel bekostigbare als niet-bekostigbare studenten.
Het mbo kent verschillende leerwegen. Studenten met een hoofdinschrijving volgen de beroepsopleidende leerweg (BOL), de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) of staan ingeschreven als examendeelnemer (EX).
In onderstaande grafiek is het aantal studenten met een hoofdinschrijving uitgesplitst naar leerweg.
Studenten in het mbo (bekostigbare hoofdinschrijvingen)
JAAR | BBL | BOL | EX |
---|---|---|---|
2017 | 107.9 | 379.2 | 9.1 |
2018 | 120.9 | 376.2 | 9.5 |
2019 | 129.9 | 373.2 | 9.3 |
2020 | 127.8 | 381.0 | 10.2 |
2021 | 129.4 | 372.9 | 9.8 |
2022 | 136.7 | 347.5 | 10.1 |
In de periode 2017-2022 is het aantal studenten in de BBL gestegen van 107.9 duizend in 2017 tot 136.7 duizend in 2022. Dat is een stijging van 27 procent.
In dezelfde periode daalde het aantal studenten in de BOL van 379.2 duizend in 2017 tot 347.5 duizend in 2022. Dit is een daling van 8 procent. In 2020 piekte het aantal BOL studenten echter. In dat jaar waren er 381.0 duizend BOL-inschrijvingen.
NB Studenten die in de derde leerweg (OVO, ODT) studeren, vallen buiten de scope van de hier gepresenteerde cijfers.
GESLACHT | BBL | BOL | EX |
---|---|---|---|
Man | 81.5 | 165.8 | 6.3 |
Vrouw | 55.2 | 181.7 | 3.7 |
Iets meer mannen (51%) dan vrouwen volgen een mbo-opleiding. In de BBL is 60% van de studenten man. In de BOL is het aandeel vrouwen juist groter (52%).
LEEFTIJDSCATEGORIE | BBL | BOL | EX |
---|---|---|---|
tm 15 jaar | 0.4 | 5.3 | 0.3 |
16 jaar | 6.9 | 53.3 | 0.6 |
17 jaar | 12.8 | 76.9 | 0.7 |
18 jaar | 13.5 | 72.2 | 0.7 |
19 jaar | 12.5 | 53.3 | 1.4 |
20 tm 22 jaar | 25.9 | 64.0 | 3.5 |
23 en ouder | 64.7 | 22.5 | 2.9 |
Deelnemers die vanuit het voortgezet onderwijs instromen in het mbo komen doorgaans in de BOL terecht. Meer dan de helft van de studenten in de bol is 18 jaar of jonger. Daarentegen is het merendeel van de studenten in de BBL 20 jaar of ouder.
NIVEAU | BBL | BOL | EX |
---|---|---|---|
1 | 3.4 | 10.7 | 1.6 |
2 | 31.4 | 47.3 | 2.2 |
3 | 55.1 | 52.9 | 2.3 |
4 | 46.8 | 236.5 | 4.0 |
In het mbo zijn er vier kwalificatieniveaus te onderscheiden: assistenten- of entreeopleiding (niveau 1), basisberoepsopleiding (niveau 2), vakopleiding (niveau 3) en middenkader- en specialistenopleiding (niveau 4). In de BBL zitten de meeste studenten op niveau 3 en in de BOL zitten de meeste studenten op niveau 4.
SECTORKAMER | BBL | BOL | EX |
---|---|---|---|
Bovensectoraal | 0.4 | 6.6 | 0 |
Creatieve industrie en ICT | 1.2 | 46.4 | 0.4 |
Entree | 3.4 | 10.7 | 1.6 |
Handel | 9 | 30.1 | 1.3 |
Mobiliteit, transport, logistiek, maritiem | 16.6 | 15.2 | 1.4 |
Niet toebedeeld of onbekend | 0 | 0.4 | 0 |
Specialistisch vakmanschap | 1.4 | 1.7 | 0 |
Techniek en gebouwde omgeving | 38.5 | 29.5 | 1 |
Voedsel, groen en gastvrijheid | 14.7 | 41.4 | 1.1 |
Zakelijke dienstverlening en veiligheid | 3.6 | 43.2 | 1.5 |
Zorg, welzijn en sport | 47.8 | 122.3 | 1.6 |
De mbo-opleidingen kunnen worden ingedeeld in 10 functionele groepen die 'sectorkamers' worden genoemd. De sectorkamer met het meest aantal inschrijvingen in zowel de BOL als BBL is de sectorkamer 'Zorg, welzijn en sport'. Daarna is in de BOL de sectorkamer 'Creatieve industrie en ICT' het meest populair. In de BBL daarentegen, staat sectorkamer 'Techniek en gebouwde omgeving' op nummer twee.