Directe doorstroom na het voortgezet onderwijs
Versnelde leerlingen gaan vaker naar het hoger onderwijs dan reguliere leerlingen.
De versnelde niet-herfstkinderen gaan aanzienlijk vaker dan de andere groepen naar het wetenschappelijk onderwijs (wo) en de versnelde herfstkinderen zijn meer verdeeld over het wo en het hbo.
Ook onder de versnelde herfstkinderen is het aantal leerlingen dat naar het wo doorstroomt aanzienlijk hoger dan onder de reguliere leerlingen. Wat het hbo betreft is de doorstroom bijna evenveel als bij de reguliere leerlingen.
Ondanks dat versnelde leerlingen vaker naar het hoger onderwijs doorstromen, is het aantal versnelde leerlingen dat niet verder gaat studeren hoger dan bij de andere groepen (16% versnelde niet-herfstkinderen en 14% versnelde herfstkinderen). Mogelijk nemen deze leerlingen vaker een tussenjaar of gaan in het buitenland studeren.
Directe doorstroom na vo
doorstroom | niet-herfstkind versneld | herfstkind versneld | reguliere leerling |
---|---|---|---|
geen doorstroom | 16% | 14% | 8% |
mbo 1 | 0% | 0% | 0% |
mbo 2 | 1% | 2% | 10% |
mbo 3 | 1% | 4% | 10% |
mbo 4 | 5% | 15% | 27% |
hbo | 22% | 30% | 28% |
wo | 55% | 35% | 17% |