Strategisch personeelsbeleid

Doelstelling

Schoolbesturen stemmen hun personeelsbeleid af op onderwijskundige doelen en daaraan gekoppeld de professionele ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van leraren en schoolleiders.

Een werkgroep bestaande uit OCW, VO-raad, Inspectie en wetenschappelijk experts heeft in 2018, als uitwerking van deze doelstelling, de volgende set van indicatoren van strategisch personeelsbeleid geformuleerd:

  1. Afstemming van strategisch personeelsbeleid op externe ontwikkelingen
  2. Afstemming van strategisch personeelsbeleid op onderwijskundige doelen
  3. Ontwikkelperspectief leraren en schoolleiders
  4. Duurzame inzetbaarheid
  5. Kwaliteit van implementatie van strategisch personeelsbeleid door schoolleiders

Begin 2019 is de stand van zaken ten aanzien kwantitatief gemeten. Bij de meting in 2019 zijn de uitkomsten van de kwantitatieve meting in een expertmeeting voorgelegd en besproken met experts en praktijkdeskundigen op het gebied van strategisch personeelsbeleid. In 2020 wordt de kwantitatieve meting herhaald. Bij dit vervolgonderzoek worden ook schoolleiders en leraren bevraagd. Deze kwantitatieve meting wordt aangevuld met kwalitatief onderzoek, waaronder de themagerichte onderzoeken van de Inspectie. Het combineren van kwantitatieve en kwalitatieve informatiebronnen en een gezamenlijke analyse vanuit diverse perspectieven (met medeneming van leraar- en schoolleidersperspectief) zorgt voor een valide en betrouwbaar beeld van de voortgang. Door de COVID-19 maatregelen wordt dit vervolgonderzoek in het najaar 2020 uitgevoerd. Eind 2020 zal over de uitkomsten gerapporteerd worden.

Welke beweging is zichtbaar

In 2019 hebben Universiteit Utrecht16 en Regioplan17 onderzoek gedaan naar strategisch personeelsbeleid in het vo. Er is een beweging in gang gezet als het gaat om strategisch personeelsbeleid, en er lijken ook al de nodige resultaten te zijn behaald. Kijkend naar de vijf indicatoren van de sectorafspraak kan op basis van de actuele onderzoeken gesteld worden dat schoolbesturen in het voortgezet onderwijs de afstemming van personeelsbeleid op (1) externe ontwikkelingen, (2) onderwijskundige schooldoelen en (3) ontwikkelperspectief leraren en schoolleiders gemiddeld genomen ruim voldoende tot goed beoordelen. Ook indicator 5 – de kwaliteit van de implementatie van personeelsbeleid – beoordelen besturen als ruim voldoende tot goed. Bij dit oordeel over de implementatie van strategisch personeelsbeleid door schoolleiders past een belangrijke kanttekening. Besturen hebben namelijk in dit zelfde onderzoek ook aangegeven dat scholen maar net voldoende scoren op de monitoring van de ondersteuning die schoolleiders aan medewerkers bieden. Dit gebrek aan goede monitoringsinformatie roept de vraag op in welke mate er sprake is van sociale wenselijkheid bij dit positieve oordeel van besturen over de kwaliteit van implementatie van strategisch personeelsbeleid. Daarom zou het relevant zijn om in het kader van de monitoring van het sectorakkoord ook informatie vanuit andere geledingen te verzamelen, met name van teamleiders en medewerkers. Aandachtspunt is de afstemming op duurzame inzetbaarheid (indicator 4). Duurzame inzetbaarheid van zowel schoolleiders als leraren lijkt onder druk te staan. Het onderzoek laat zien dat strategisch personeelsbeleid op de agenda van schoolbestuurders staat. Dat zij dit van belang achten en hier werk van maken. Tegelijkertijd moet worden opgemerkt dat er verschillen kunnen bestaan tussen de perceptie van bestuurders, het beleid dat gevoerd wordt en de beleving hiervan op de werkvloer (Leisink en Knies, 2019: 12-14). De uitkomsten van het thema-onderzoek van de inspectie naar de stand van zaken van strategisch personeelsbeleid sluit  grotendeels aan bij deze conclusies.18 In dit onderzoek wordt het verschil in perceptie bevestigd. De directie en personeelsmedewerkers zijn positiever dan teamleiders en leraren. Tevens blijkt dat evaluaties van het beleid weinig worden uitgevoerd, waardoor de effectiviteit veelal onbekend is.

16 Universiteit Utrecht, Strategisch personeelsbeleid in het VO, 2019.
17 Regioplan, Van ambitie naar praktijk, ontwikkeling strategisch personeelsbeleid in het vo, 2019.
18 https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2020/04/22/staat-van-het-onderwijs-2020

Welke acties worden ondernomen

OCW en VO-raad streven sinds 2018 een bredere beweging na m.b.t. strategisch personeelsbeleid, aan de hand van 5 indicatoren. Die bredere beweging wordt in 2021 en 2022 gecontinueerd waarbij met name de aandacht gaat naar het evalueren van de implementatie van het personeelsbeleid door schoolleiders, begeleiding van startende leraren en schoolleiders en duurzame inzetbaarheid.
In het programma Voortgezet Leren ondersteunt de VO-raad (in 2019 en 2020 gesubsidieerd door OCW) besturen en professionals binnen de scholen bij het afstemmen van personeelsbeleid op onderwijskundige doelen (o.a. leergangen, masterclasses, webinars over strategisch personeelsbeleid en peoplemanagement). Ook dit programma krijgt nog een vervolg in 2021-2023. Verder wordt er gewerkt aan een wetsvoorstel waarmee er wettelijke eisen aan  strategisch personeelsbeleid zullen worden gesteld.19 Dit draagt bij aan versterking van en borging van het strategisch personeelsbeleid. Dit wetsvoorstel zal naar verwachting  per 1 augustus 2022 in werking treden.

19 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/01/16/kamerbrief-over-de-versterking-van-de-leraar