Gebruik van digitaal leermateriaal in de les

Doelstelling

In 2020 gebruikt 90 procent van de scholen dagelijks digitaal leermateriaal in het primaire proces.

Welke beweging is zichtbaar

De meest recente cijfers van het gebruik van digitale leermiddelen in het po zijn van de Leermiddelenmonitor 2017/2018. Toen gaf 82 procent van de leraren aan frequent gebruik te maken van methode gebonden software of –sites, gaf 71 procent aan enkele keren per week filmpjes te gebruiken, en gaf 59 procent aan regelmatig oefensoftware te gebruiken. Recentere cijfers zijn daar niet van beschikbaar. Wat we wel zien is dat tijdens de coronacrisis er een enorme sprong is gemaakt in het gebruik van ICT en digitale leermiddelen in het po en vo. Scholen hebben met veel creativiteit en inzet het onderwijs op afstand vormgegeven en hebben daarbij veelvuldig gebruik gemaakt van digitale leermiddelen of platforms om digitaal samen te werken of te videobellen. Veel scholen zijn de afgelopen tijd nieuwe producten en functionaliteiten gaan gebruiken om digitaal (ondersteund) les te geven. Tevens willen scholen ook graag verdere stappen zetten bij het combineren van digitaal en fysiek onderwijs, bijvoorbeeld in een hybride vorm. Zo blijkt uit de COVID-19-monitor van de Inspectie van het Onderwijs1 dat bijna alle ondervraagde schoolleiders digitale leermiddelen die zijn ingezet voor afstandsonderwijs ook in de toekomst willen bljven gebruiken. Het gaat daarbij vooral om online tools voor leerlingen om zelf thuis te oefenen en online tools om te overleggen met collega's. De geleerde lessen uit de periode van afstandsonderwijs zijn hiervoor een belangrijke basis. Op dit moment voert Kennisnet de Monitor hybride onderwijs uit. Hierin vragen ze o.a. schoolleiders, ICT-coördinatoren en leraren in het po en vo naar hun ervaringen met afstandsonderwijs. Welke digitale leermiddelen of andere ondersteuning ze daarbij hebben ingezet is hier ook onderdeel van. De resultaten worden dit najaar verwacht en geven een beeld van de inzet van ICT en digitale leermiddelen tijdens de coronacrisis, en van welke elementen scholen hiervan ook op de lange termijn willen blijven inzetten.

1 https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/afstandsonderwijs-tijdens-covid-19/documenten/publicaties/2020/09/02/covid-19-monitor-po

Welke acties worden ondernomen

1. Lesopafstand.nl
Zowel de PO-Raad als de VO-raad hebben zich ingespannen om scholen te ondersteunen bij het aanbieden van digitaal onderwijs op afstand, onder andere door inzichten en goede voorbeelden beschikbaar te stellen via www.lesopafstand.nl. Ook hebben ze vragen beantwoord over afstandsonderwijs en inzet van digitale leermiddelen die via het loket van lesopafstand.nl zijn binnengekomen.

2. Digitaliseringsagenda po/vo
De PO-Raad en VO-raad zijn mede-initiatiefnemer van de Digitaliseringsagenda Primair en Voortgezet onderwijs2. In de Digitaliseringsagenda is “digitale leermiddelen werken voor de gebruiker” één van de vijf speerpunten. Hiervoor zijn de volgende activiteiten afgesproken:

  • Door samen te werken met scholen worden praktijkvoorbeelden ontwikkeld voor een keuzeproces dat leidt tot een leermiddelenbeleid en leermiddelenkeuze die aansluiten op de onderwijsvisie van de school;
  • In een publiek-private samenwerking wordt door uitgevers, distributeurs en softwareleveranciers samen met het onderwijs gewerkt aan een toekomstbestendige leermiddelenketen waarin leerlingen en docenten de leermiddelen kunnen vinden die passen bij hun leerdoelen en die toegankelijk is voor nieuwe ontwikkelingen en spelers zodat innovatie wordt bevorderd.
  • Een open en toegankelijke leermiddelenmarkt is van belang voor een gezonde marktwerking. De ontwikkelingen op de leermiddelenmarkt, in de context van internationalisering en nieuwe toetreders, worden in kaart gebracht en gevolgd.
  • Aanbod en vraag van scholen t.a.v. open leermateriaal wordt beter op elkaar afgestemd.
  • Schoolbesturen werken samen in de leermiddelenmarkt.

3. SIVON
Het vormgeven van de samenwerking tussen schoolbesturen bij het uitwisselen van kennis en het centraal inkopen van ICT-producten en -diensten is een belangrijk onderdeel van de digitaliseringsagenda. Hiermee bouwen de schoolbesturen voort op de succesvolle samenwerking in het Doorbraakproject Onderwijs & ICT. Inmiddels zijn 133 schoolbesturen lid van SIVON (per 1 oktober 2020). Deze besturen geven onderwijs aan 31 procent van de leerlingen in het po en vo. De PO-Raad, de VO-raad, SIVON en OCW hebben nadere afspraken gemaakt om de verdere groei van het lidmaatschap van SIVON, en het gebruik van de nieuwe voorziening voor veilig internet, de komende jaren met raad en daad te ondersteunen. OCW heeft in dat kader op verzoek van de PO-Raad en VO-raad namens de sectoren po en vo € 52 mln beschikbaar gesteld voor de periode 2019-2023 als startsubsidie voor SIVON en Kennisnet om hiermee de dienst veilig internet te ontwikkelen. Een betere vraagarticulatie, meer marktmacht en een krachtige regie voor en door de sector leidt naar verwachting tot meer innovatie, meer maatwerk en een betere prijs/kwaliteitverhouding voor scholen.

2 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2019/03/22/digitaliseringsagenda-primair-en-voortgezet-onderwijs