Aandeel (zeer) zwakke scholen dat zich binnen een jaar verbetert

Doelstelling

In 2017/2018 voldoen alle scholen aan de minimumnormen voor kwaliteit. Scholen die toch onder de minimumnormen zakken (zeer zwakke en onvoldoende scholen) verbeteren zich binnen een jaar.

Aandeel (zeer) zwakke scholen dat zich binnen een jaar verbetert

Aandeel (zeer) zwakke scholen dat zich binnen een jaar verbetert
PeriodeAandeel (zeer) zwakke scholen dat zich binnen een jaar verbetertAandeel (zeer) zwakke scholen dat zich binnen een jaar verbetert
2015-1621%ambitie 33%
2016-1738%ambitie 67%
2017-1865%ambitie 100%
2018-1962%ambitie 100%

Welke beweging is zichtbaar

Zeer zwakke en onvoldoende scholen moeten zo snel mogelijk weer toe naar voldoende onderwijskwaliteit voor hun leerlingen. Het lukte 62 procent van de scholen die in het schooljaar 2017/2018 als onvoldoende of zeer zwak werden beoordeeld om zich binnen een jaar te verbeteren naar een voldoende.Dat is een aanmerkelijke vooruitgang ten opzichte van drie jaar eerder toen dat slechts 21 procent van de scholen lukte. Ten opzichte van een jaar eerder is echter sprake van een lichte daling. Het ging in 2017/2018 om 94 scholen die beoordeeld werden als onvoldoende; 68 van deze scholen hadden zich op de peildatum van 1 september 2019 verbeterd naar voldoende. Van de 38 scholen die in 2017/2018 als zeer zwak werden beoordeeld, hadden 14 scholen zich op de peildatum verbeterd naar voldoende, 16 scholen hadden zich wel verbeterd naar onvoldoende en vijf scholen lieten geen enkele verbetering zien en bleven zeer zwak. Drie zeer zwakke en onvoldoende scholen sloten de deuren.  

6 Per 1 augustus 2017 is het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs vernieuwd en wordt er gesproken van onvoldoende scholen in plaats van zwakke scholen. Deze terminologie is daarom ook in deze voortgangsrapportage aangehouden. In voorgaande rapportages wordt de term zwak gebruikt.

Welke acties worden ondernomen

Zeer zwakke scholen moeten zich sinds 2015-2016 in principe binnen één jaar verbeteren naar ten minste ‘onvoldoende’. Deze strengere aanpak moet ervoor zorgen dat de onderwijskwaliteit sneller op orde is en leerlingen weer onderwijs van voldoende niveau krijgen.

De PO-Raad zet het ondersteuningsaanbod voor zeer zwakke scholen (Goed Worden, Goed Blijven) voort. Dit programma is erop gericht om zo snel mogelijk de onderwijskwaliteit te verbeteren. De school krijgt begeleiding door experts. Het ondersteuningsaanbod wordt door OCW gesubsidieerd en is kosteloos voor de scholen. Van de zeer zwakke scholen maakt ongeveer 90 procent  gebruik van dit aanbod, van de onvoldoende scholen deed zo'n 65 procent dit.

Bron: Inspectie van het Onderwijs Brontabel als csv (241 bytes)