Salaris

De inkomsten van werkenden worden onder andere door hun opleidingsniveau bepaald. Mensen zonder startkwalificatie (ISCED 2 of lager) verdienen minder dan mensen met een havo, vwo, mbo-2, 3 of 4 diploma (ISCED 3) en zij op hun beurt minder dan mensen met een diploma in het hoger onderwijs (ISCED 7 of hoger). Ook zijn er verschillen in inkomsten tussen mannen en vrouwen – bij gelijk opleidingsniveau. Werkende vrouwen verdienen gemiddeld in de OESO-landen minder dan werkende mannen.

Relatieve beloning van werknemers, naar opleidingsniveau (2018) 25-64 jarigen met inkomen uit werk

Relatieve beloning van werknemers, naar opleidingsniveau (2018) 25-64 jarigen met inkomen uit werk geïndexeerd, ISCED-3 =100
ISCED 1 2 (minder dan hoger secundair onderwijs)ISCED 6 (bachelor onderwijs)ISCED 7 (master onderwijs)
FIN100119156
FRA90142181
DEN89114144
EST94128138
BEL90123157
NZL90122152
VK73140168
NOR85107135
NED86132177
ZWE87116145
CAN85143173
KOR78138182
DUI78167171
OOS79106178
VS74163219
JAP
OESO83144188
EU-2286136168

Het relatieve inkomen van mensen zonder ISCED 3 diploma ten opzichte van  diegene die een ISCED 3 opleiding hebben afgerond varieert in de vergelijkingslanden van 73% in het Verenigd Koninkrijk tot 100% in Finland. Dit betekent dat er in Finland niet veel verschil is in salariëring tussen mensen met ISCES 3 diploma en mensen met een lager diploma. Nederland zit hier tussenin met 86%, boven het OESO-gemiddelde van 83%.

Het verschil tussen een bachelor- (ISCED 6) en een masteropleiding (ISCED 7) is ook duidelijk zichtbaar: werkenden met een masteropleiding verdienen relatief meer dan werkenden met een bachelorsdiploma. Beide verdienen meer dan mensen met een ISCED 3 of lager. Ook hier zijn er duidelijke verschillen tussen landen: in Denemarken en Zweden bijvoorbeeld verdienen werkenden met een bachelorsdiploma minder dan werkenden die ISCED 3 opgeleid zijn.

In Nederland is het beloningsvoordeel van een ISCED 6-7 opgeleide ten opzichte van een ISCED 3 opgeleide lager dan gemiddeld in de OESO-landen.

Bron: EAG 2022, tabel A4.1 Brontabel als csv (394 bytes)

Relatief jaarlijks voltijds salaris van vrouwen als percentage van het salaris van mannen

Relatief jaarlijks voltijds salaris van vrouwen als percentage van het salaris van mannen 35-44 jarigen, naar opleidingsniveau (2020)
LandISCED 1 2 (Lager dan hoger secundair onderwijs)ISCED 3 4 (Hoger secundair onderwijs)ISCED 5 6 7 (Tertiair onderwijs)
NED85%89%90%
OOS73%83%80%
ZWE84%83%81%
DEN83%81%80%
FIN84%75%77%
NOR79%76%77%
NZL84%82%86%
VK70%72%79%
CAN73%59%79%
KOR75%76%77%
VS74%71%72%
EST58%62%77%
BEL79%92%
DUI6981%76%
FRA83%79%
JAP
OESO78%78%79%
EU-2277%79%78%

Voor alle opleidingsniveaus geldt dat werkende vrouwen minder verdienen dan werkende mannen van dezelfde leeftijd. Het verschil is in Nederland overigens minder groot dan gemiddeld in de OESO.

Bron: EAG 2022, tabel A4.3 Brontabel als csv (421 bytes)